kilometer verderop tegenover de kerncentrale. Kerncentrales stinken niet en zijn veilig. I love my kerncentrale. Het duurde geen kwartier of een bewaker met hond kwam langslopen en keek argwanend onze kant op. Daarna kwam hij terug en keek nog argwanender. In Amerika was pas geleden een kerncentrale de lucht in gevlogen en dus was ook ons volk hysterisch. Weer kwam de man langs en bleef nu heel lang kijken. Zuchtend pakten wij onze handdoeken en kleren en reden naar Ellewoutsdijk, even voor de ingang van de tunnel. Daar betraden we het prachtige, doodstille schorrengebied met de bedoeling door te lopen naar de waterkant. We werden teruggeroepen door een man in uniform die zich even daarvoor achter een grasspriet had schuilgehouden. Dit was natuurgebied, verklaarde hij met grote stelligheid. En dus niet bestemd voor mensen. Als we wilden konden we een bekeuring krijgen, riep hij gretig. Hij had er genoeg. Onze laatste kans was nog het uiterste puntje van Zuid-Beveland, voorbij Bath, tegenover de haven van Antwerpen. We vleiden ons neer op het kleine zandstrandje terwijl tientallen mannen in de duintjes achter ons sopten en smakten en de natuur zo zijn gang lieten gaan dat de vogels er van opvlogen. Erg veel rust ging van deze mensen ook niet uit. Zwijgend bonden we onze kleren tot een bundeltje op ons hoofd en liepen het water in. Traag lieten we ons meedrijven met de stroom richting Noordzee. "Met een beetje mazzel zijn we morgenvroeg in Engeland," zei ik. Onderweg kwamen we een Chinees tegen. Hij was doorgedrongen tot Calais. De Franse douane kon de grap wel waarderen en had hem met veel gevoel voor humor de zee weer ingedreven. Hij was nu op weg naar Antwerpen. "Is this the light dilection?" vroeg hij proestend. "Follow me," riep ik genereus. Tenslotte had ik hem zelf het water ingestuurd en ben altijd bereid dat soort mensen een stapje verder te helpen. Ik ben ook de be roerdste niet. 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2002 | | pagina 35