muur, nonchalant gekleed in een spijkerbroek, massieve soldaten- kistjes aan zijn voeten. 'Ik begrijp niet waarom je dat zegt,' hoor ik hem mopperig zeggen. Wanneer ik uitgezeken ben, is het interview nog steeds gaande en is Holman nog steeds chagrijnig. We gaan naar boven en lopen over de tweede ring, waar het veel rustiger is dan op de begane grond. Bij een boekenstand die veel boeken heeft uitgestald in op elkaar gestapelde kratjes vind ik een boek van Reinder Blijstra dat ik nog niet heb en ook dat boek wordt toegevoegd aan mijn verlanglijstje. Het is duidelijk dat ik straks zal moeten kiezen. Na die stand, linksaf gaande, is er een soort foyer, waar opnieuw een aantal boekverkopers en tijdschriftenmakers hun waren hebben uit gestald. De laatste roman van Hans Vervoort, nog onlangs nieuw door mij aangeschaft voor een stevige prijs, ligt hier voor maar drie euro. Een tafel waar gele en groene flyers liggen uitgespreid. De gele flyer vertelt mij dat Smaragd een literair café in De Baas organiseert, met optredens van Marlies Souren en Thijs Hanrath en gepresen teerd door Bernhard Christiansen. Allemaal bekende namen in Utrecht. De groene flyer vertelt dat De Poort een 'Literair E-zine voor en door literatuurliefhebbers' is. Ik noteer mijn emailadres op een lijst en loop weer verder. De uitgeverij In de Knipscheer bestaat nog steeds. Aan het eind staat De Zingende Zaag, het mooiste poëzietijd schrift van de afgelopen twintig jaar. Alleen het nummer met de blanco pagina's en het zakje grafiet, waarmee je dan zelf de teksten zichtbaar kon maken, heb ik meteen in de vuilnisbak gegooid. Daar mee heb ik ongetwijfeld de bijdragen van de dichters tekort gedaan, maar ik betaal mijn abonnement voor een gedrukt tijdschrift, niet voor een cursus handenarbeid. Wanneer het niet zo'n mooi tijd schrift was, en ik er niet van overtuigd was dat het een eenmalige negatieve uitschieter in de bijna altijd experimentele vormgeving was, dan zou ik er mijn abonnement voor hebben opgezegd. De foyer weer uit komen we bij de etenstentjes. Het is inmiddels al tegen enen en we hebben trek. Broodjes met kruidenkaas, saté met stokbrood. We lopen verder en nemen uiteindelijk een broodje haring. In een van de zitjes zit een blonde vrouw die me bekend voorkomt. Terwijl Alice wat rondzwerft ga ik bij haar in de buurt zitten en probeer ik me te herinneren waar ik haar van ken. Dat lukt uiteindelijk ook: ik heb eens met haar opgetreden bij Taaipodium en daarna een tijdje met haar staan praten. Pas later herinner ik me dat het Maria van Oorsouw is, een dichteres en schrijfster van kinder- 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2002 | | pagina 19