voorbeeld een bioscoopbezoek een bijzondere rechtvaardiging moet
hebben. In eerste instantie is het antwoord van Alex' moeder, dat ze
beiden Nederlands hebben gestudeerd, dan ook geen antwoord: ik
ken mensen die Nederlands hebben gestudeerd en de Nacht van de
Poëzie nooit bezoeken. Als antwoord op de voorspelbare wedervraag
vertelt Alice dat ik gedichten schrijf en ook dat is een verkeerd ant
woord want, inderdaad, ik ken ook mensen die gedichten schrijven
en de Nacht evenmin bezoeken. Toch brengt deze wat vreemde
uitwisseling een grotere openheid, want even later antwoord ik
twee bundels te hebben gepubliceerd, een bij Opwenteling en een
bij Innocenti. De vader van Alex vertelt dat hij een boek over de
Nacht van de Poëzie heeft gepubliceerd, dat hij poëzierecensent bij
De Morgen is en ook voor Het Nieuw Wereldtijdschrift heeft geschre
ven. Hij is een vriend van Benno Barnard, 'een Nederlander die in
België woont' licht hij toe, en heeft zelf ooit het, volgens zijn vrouw
'romantische idee' gehad om daar ook te gaan wonen. Ik vertel niet
dat Barnards bundel De schipbreukeling op mijn nachtkastje ligt en
dat Uitgesteld paradijs op mijn twee plankjes met gewaardeerde
Nederlandstalige literatuur staat. We proberen de editie van de
Nacht te bepalen wanneer ik er voor het laatst ben geweest, maar
blijven steken bij het indrukwekkende optreden van Lucebert, van
wie ik op de middelbare school uit van de bibliotheek geleende bun
deltjes gedichten overtypte op A4-multomapblaadjes, dit bij gebrek
aan geld om zelf boeken te kopen. Ook dat vertel ik niet. Bij Atlas
heeft hij ook nog een autobiografische roman en een historische
roman gepubliceerd, en hij hoopt ooit nog eens een geheel fictieve
roman te kunnen schrijven. Zijn laatste boek, over de formule 1,
bracht het grote succes, dat boek is zelfs in het Duits en het Engels
vertaald. En er zijn plannen om een aantal van zijn poëziebespre-
kingen te bundelen.
Ik weet dat ik veel niet weet, maar meende toch een meer dan
gemiddelde kennis van de Nederlandstalige literatuur te hebben. Ik
durf dan ook nauwelijks te vragen hoe hij met zijn achternaam heet
en verontschuldig mij met de opmerking dat ik hem alleen maar ken
als de vader van Alex. Vergeer, Koen Vergeer, het doet bij mij geen
belletje rinkelen.
Er komt iemand voorbij die groet en dan verder wil lopen, maar er
door Koen bij wordt geroepen. Alice en ik worden voorgesteld als de
ouders van een klasgenootje, de voorbijganger als Roel Richelieu van
Londersele. We schudden elkaar de hand en horen dat hij vannacht
17