BALLUSTRADA OPTIMA FORMA Verkeren we nu in staat van oorlog of is de oorlog al weer voorbij? Wie het weet mag het zeggen. Als we in oorlog zijn, moet ik toch vaststellen dat er in ons land nog geen tuinhekje beschadigd is. Wat zijn dat tegenwoordig voor oorlogen aan onze kant? Het is oorlog, maar in de straten van onze dorpen en steden heerst een 'meedogenloze vrede'. Waarom vallen er hier geen bommenbommen, goede bommen? Nee, dan de tachtigjarige oorlog van mijn vader, daar kon iedereen van zijn generatie tenminste zijn tanden in zetten. Stel dat een willekeurige vijand op tweede kerstdag ons land aanvalt, wat moeten we dan? Hoe verdedig je een paradijs zonder grenzen? Moeten we Brussel toestemming vragen om in een oude Bosatlas onze grenzen op te zoeken? Als zich hier een vijandig leger van 'probleembezorgers' aan voorheen de grens meldt, dan zal Kok de agressie waarschijnlijk afkopen. Het laatste decennium zijn al onze problemen op die manier verhuld, verschoven of gladgestreken. En als de barbaren niet om te kopen zijn, kunnen we altijd nog onze pubers inschakelen. Een jeugdleger is niet zo'n gek idee. Onze kinderen zijn immers meer dan afschrikwekkend en gevreesd over de hele wereld. De volwassenen kunnen zich beter niet met de strijd bemoeien. Zij moeten gewoon doorgaan met hun fundamentele discussies over al dan niet een fles wijn in het kerstpakket, al dan niet een hoofddoekje op de werkplek, al dan niet een hoer op recept voor gehandicapten. En Amerika? De oude liedjesschrijvers voorspelden het al: Amerika, Amerika, drie maal in de ronde van je hopsasa. MINOR 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2001 | | pagina 6