de gevel parkeren bijvoorbeeld. Of haar maar door laten praten, terwijl ik met mijn ernstigste grafdelverstronie in de verte tuur. Uiteraard heeft zij geen moment door wat ik werkelijk denk, wat de ware reden is dat ik haar dagelijks juist op die plaats neerzet, dat hoopje broze botten en stugge gewrichten in die belachelijke rolstoel. Aanvankelijk verdachte ik mezelf ervan dat ik het uit wraakzucht deed, maar ik concludeerde dat vergelding voor mijn lijden niet zo verfijnd en gewiekst kon zijn - wraak is per definitie duizendmaal zwakzinniger en veel minder opgewekt. Mijn spel is subtieler en lijkt meer op de gewoonte van sommige liefhebbers van klassieke muziek, om met gesloten ogen de handen rond te zwieren als een volleerde dirigent. Het is mijn binnenpretje, mijn tijddoder. "Voor men mij een geweldenaar noemt, moet men bedenken dat er zo veel onaangename dingen zijn gebeurd tussen Klaar en mij - dingen waar ik zonder gewetenswroeging wraak voor zou kunnen nemen, als ik dat wilde. Geen vernedering is mij bespaard gebleven, maar het feit dat ik er nu zo vrijuit over schrijf, geeft al aan dat ik er tamelijk laconiek over ben. Waar- om zou ik mijn humeur laten verpesten door zo een banaal iets als een ver nedering? Een tijd terug heeft ze een keer een bord warm middageten in mijn gezicht gegooid. Het was wonderbaarlijk dat ze in haar conditie nog zo goed kon mikken. Het was niet te vreten, zei ze, ik wilde haar vergif tigen. Toen ik haar laatst eens wilde herinneren aan dat voorval, zei ze kalm: 'Daar weet ik niets van, Herman. Dat zul je wel weer verzonnen hebben.Haar vlak na de oorlog gestorven broer heette Herman. Ze verwart me de laatste jaren wel vaker met hem. "Toen ze nog wat helderder van geest was, heeft ze me eens verboden om nog ooit te gaan biljarten. 'Ik weet dat het maar smoezen zijn om me te kunnen bedriegen, vuile schuinsmarcheerder. Maar ik zal je dit vertellen: als je doorgaat met die zogenaamde biljartavonden, ga ik van je scheiden. Dat je het weet, ik doe het echt!' Natuurlijk zou ze het nooit echt doen, maar ik ben toch maar gestopt met biljarten om van de moeilijkheden af te zijn. Theo begreep er niets van, dat was van zijn gezicht af te lezen. Hij dacht dat ik gek geworden was, omdat ik zomaar een einde maakte aan deze hobby. 'Soms moetje dingen los kunnen laten, Theo', grapte ik, maar hij pikte mijn sarcasme niet op. Hij knikte met een ernstig gezicht en groet te me verbouwereerd toen ik voor de laatste maal het café verliet." "Gisteren heeft ze het me ook weer bijzonder moeilijk gemaakt. Toen tegen het einde van de ochtend de buurvrouw op de koffie kwam, heeft ze alle ziektes en kwalen opgesomd die ik gedurende ons huwelijk heb gehad. Dat weet ze klaarblijkelijk nog wel heel goed; van mijn heupoperaties in '76 en '83 tot aan mijn gesukkel met mijn darmeri en mijn impotentie. 'Nu 53

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2001 | | pagina 53