Of dat leuke Eilandbrood gesneden kon worden, had de man ge vraagd. Het cilindervormige broodje stond prominent op de toon bank en zag er smakelijk uit. Maar het kon dus niet gesneden wor den. Vandaag niet. En waarom niet, dat wist niemand. Jammer, vond de man en hij baande zich een weg naar de enige supermarkt op het eiland. Waar een rijtje toeristen zich opgewekt liet beledigen door een heer lijk zelfstandige kassajuffrouw van middelbare leeftijd. Na de negende oude genever begon de man iets van een eiland gevoel bij zichzelf te ontdekken. 'Nee,' giechelde hij hardop tegen niemand in het bijzonder. 'Nee,nee,nee.' De twee mannen naast hem aan de bar keken op. 'Gaat het wel?' vroeg de ene bezorgd. 'Pas op, het is een eilander, dat hoor je zo,' zei de ander. En ze wendden zich schielijk af. Het lukte hem de volgende dag een fiets te huren bij een nurkse baas in een houten schuur vol fietsen. Maar hij mocht pas met de fiets vertrekken nadat de dochter des huizes hem bij de uitgang staande had gehouden met de vraag of hij het rijwiel wel eerlijk gehuurd had en niet gejat. 'Want,' zo verklaarde ze haar actie, 'je weet maar nooit met die toe risten.' 'Nee,' antwoordde de man, al aardig gelouterd in de eilandse om gangsvormen. Zo zakte het eilandweekend door de tijd. De man zwoegde op zijn fiets tegen een woedende wind en keek door zijn verrekijkertje naar vogeltjes die je bij hem thuis nooit zag. Hij belde de verhuurster van zijn appartement met de beleefde vraag om openhaardhout - in de brochure stond immers dat je dat zo moest bestellen - en hij verwonderde zich niet eens meer toen de dame al na tien woorden zijnerzijds na een ferm nee de hoorn op de haak smeet. De man kreeg op tal van momenten te maken met de nauwelijks verholen vijandigheid van de eilanders. Hij ging anders naar de mensen kijken. Hij zag in zijn verbeelding twee soorten legers door 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2001 | | pagina 44