van het op emotionele aandoening gestoelde huilen lijkt wel vast gesteld, maar de fysiologische functie van de excretie van traanvocht is nog allerminst eenduidig bepaald. Tom Lutz, verbonden aan de universiteit van Iowa, heeft niettemin de taak op zich genomen een zo breed mogelijke historie van de traan te schrijven - inclusief de geschiedenis van het psychofysiolo- gisch onderzoek naar het huilen, een inmiddels al even onoverzich telijk terrein als de 'algemene' geschiedenis en culturele antropologie van de traan. Het enorme onderwerp is door de auteur eerder typo logisch dan chronologisch aangepakt. Na een inleiding die kriskras door de geschiedenis, de verschillende contexten en interpretaties van het huilen voert, worden achtereenvolgende hoofdstukken ge wijd aan auteurs en tradities betreffende het huilen, de lichamelijke aspecten ervan, de psychologie van het huilen, het verschillende huilen van mannen en vrouwen, zuigelingen en kinderen, door antropologen bestudeerde 'treurculturen', diverse functies van het huilen (wraakzucht en escapisme bijvoorbeeld) en de rol van tranen in (populaire) fictie. Wat in al deze deelbenaderingen opvalt en ietwat stoort, is de 'kralen- ketting'-aanpak van de auteur. Steeds springt hij van de ene periode over naar de andere, van literaire auteur naar B-film, van klassieke mythologie naar moderne antropologie. Vruchtbaar als deze benade ring kan zijn voor het herkennen van algemene karakteristieken en dwarsverbanden, wekt zij ook irritatie doordat een duidelijke afbake ning van het behandelde (deel)terrein ontbreekt, en hoofdlijnen van het betoog vaak ver te zoeken zijn. Een eigen, 'waardenscheppende' visie van Lutz komt in Een geschie denis van de traan ook niet naar voren. Zelfs de conclusie, met de fraaie titel 'Het stelpen der tranen', biedt behalve het in kort bestek herhalen van eerder uitgewerkte thema's wéér nieuwe feitjes en auteurs die zich ooit het hoofd braken over de traan. Wel wordt de neiging van Lutz duidelijk om tranen (en emoties) te beschouwen als cultureel bepaald. Sterk geritualiseerde rouwgebruiken en uiteen lopende sociale situaties waarin bij verschillende culturen het huilen als gewenst of totaal ongepast wordt beschouwd, brengen hem tot die visie. 'Emoties worden aangeleerd in de interactie met anderen,' aldus Tom Lutz. 'Dat veronderstelde Charles Darwin al in de jaren zestig van de negentiende eeuw, toen hij schreef dat de bewoners van de Sandwich-eilanden de gewoonte hadden aangenomen om te huilen van vreugde.' 36

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2001 | | pagina 36