Niemand mocht hier weg. Vrijdag 14.09.2001 13.00 De journalist wil langskomen in verband met onze aanwezigheid Aldaar. 'U was Daar nog, hoorde ik, een paar uur voordat - 'Zeker,' zeg ik met absurde en onbeschofte trots. 'Daar wil ik eens over komen praten.' De mediahysterie woedt op haar hevigst, we zien het nu bevestigd. 'Eh, als u dat nodig acht...' 14.00 Ja, daar is de journalist! Zijn bandrecordertje gaat aan en ik vertel. Plots steekt de Pers zijn hand op. 'Maar u bent er dus niet in geweest, begrijp ik, in de gebouwen bedoel ik, de tweelingtorens?' De stem van de verslaggever klinkt ietwat opgeschroefd. 'Nee. Had ik dat gezegd dan?' informeer ik. Afwezig schudt de man zijn hoofd. Ineens buigt hij zich naar de tafel en zet zijn recordertje uit. 'De bedoeling was een achtergrondverhaal,' zegt hij hees. 'Van iemand die kort daarvoor - nog in die torens is geweest, daarbinnen. Maar u -' Ik schud ontkennend mijn hoofd. 'Godverdomme, dan moet ik vóór 15.30 nog een ander onderwerp van 5.000 tekens verzinnen,' zegt de Pers. Zie bijvoorbeeld Arne Zuidhoek, Vleugels van de brug (1993), 22-23. 27

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2001 | | pagina 27