zonnige en hete nazomerdag meren we af.
Het valt trouwens niet mee om dit land van de vrijheid binnen te
komen. Drie keer zijn we door de douane geweest: gisteren op zee
(die douanebeambten worden speciaal naar Canada gevlogen), van
ochtend aan boord en nu nog een keer aan de wal. Beambte A niet
een kaart in mijn paspoort, B rukt hem er weer uit.
'What reason for visiting the States?'
'To fly back home.'
Met een bus van Manhattan naar JFK Airport, een dik uur rijden -
42ste Straat, Times Square, Chrysler Building enz.
'Veel mensen hè.'
'Nou, veel mensen.'
Medepassagiers zitten verwoed op hun horloge te tikken en kwaken
vertrektijden tegen elkaar. Geduld en gemoedsrust is ze volledig
vreemd, die Amerikanen, dat valt steeds op.
'Let's go!'
'What are we waiting for!'
'This is not what it says!'
'We're already five minutes late!'
Wandelende prikklokken zijn het.
- Vervolgens door de Queenstunnel, op weg naar een vliegveld
dat geheel op de schop blijkt. De buschauffeur, een neger met een
haast onverstaanbaar NY-accent, rijdt in steeds gejaagder gemoeds
toestand kriskras door de doolhof.
Tenslotte zijn alle Amerikanen afgezet bij de terminals van hun lucht
vaartmaatschappijen, en zitten Heieen en ik alleen in de bus met de
mompelende, hoofdschuddende en sakkerende chauffeur: op goed
geluk op weg naar het oord waar de KLM resideert, de springplank
naar een werelddeel waar alle bemiddelde Amerikanen zijn geweest
maar dat niemand van hen weet te liggen. Zelfs de vliegtuigen er
heen blijken onvindbaar.
Nadat we het enorme JFK-terrein per ongeluk hebben verlaten en op
nieuw zijn binnengereden, bereiken we toevallig onze terminal.
Voor ons zien wij niet het bord DEPARTURES, maar ARRIVALS.
Aankomsten.
Niemand mag hier weg. - Dat iemand hier überhaupt weg zou wil
len is al een gotspe. Niemand wil weg uit Amerika. Iedereen uit de
rest van de wereld wil er alleen maar in, dat weten de Amerikanen
zeker.
25