Cowboy in Wyoming
Bij het ontbijt zit naast me aan een tafel
een man alleen. Mooi, bruin verbrand en stoer
met Stetson, veter om zijn nek, bravoure,
gespierde benen in een jeans met rafel.
Ik denk, terwijl ik dooreet van mijn wafel:
een cowboy is gewoon een soort van boer.
Maar dan, terwijl ik stiekem naar hem loer,
krijg ik een knipoog. Ik bloos tot mijn navel.
Zijn feromonen stuiven op me aan.
Al wil ik niet, ik kijk tersluiks steeds even,
verbaasd dat cowboys in het wild bestaan.
Dan staat hij op. Met zangerige stem
groet hij me: 'Howdy' en loopt uit mijn leven.
Ik wou met hem wel wham bam thank-you-ma'am.
18