Er was eens een man Raats, Hofman Kruit Het was al langer bekend dat er handelsbetrekkingen bestonden tussen IJsland en Zeeland. IJslandse schepen deden regelmatig de Zeeuwse kust aan. Dit bleef niet beperkt tot de eilandjes in de mon ding van de Westerschelde die toen nog bestonden en bewoond waren. Ook in de rest van zuidwest-Nederland werden sporen aan getroffen van de bezoeken die de IJslanders brachten. Er zijn aanwij zingen dat naast handel ook culturele uitwisselingen hebben plaats gevonden. Nooit echter zijn daar daadwerkelijke bewijzen van terug gevonden. Een echt grote verrassing was dan ook de vondst van een manuscript in het privaat van een boerderij op Zuid-Beveland die gesloopt werd. Met de grootste voorzichtigheid werd het opgerolde materiaal door wetenschappers uit elkaar gepulkt en onderzocht. In eerste instantie was de tekst nauwelijks leesbaar omdat het geschrevene door water was aangetast, maar langzamerhand werd duidelijk dat het om een gedicht ging, of eigenlijk meerdere gedichten. Uiteindelijk bleek na minutieus onderzoek dat het één en hetzelfde gedicht was, geschreven in twee onbekende dialecten. En dat was het verrassende aan deze zaak. De taalkundigen die de rol aan een nauwgezet onderzoek onderwierpen dachten eerst aan een grap, om dat veel woorden dikwijls in de verste verte niet leken op het ons bekende Zeeuwse dialect. R wazzens n man die leefde an zeej hij had niet 1 staart hij hadder wel tweej wat deetie dermeej? hij zwommerder meej die man an de zeej hij zwommerdermeej naar de noordpool en trug soms zwommie schoolslag soms op ze rug en trekkelijk vlug en wat brachtieder meej die man an de zeej 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2001 | | pagina 39