Man met viool, bretels en gele hond
Hij verbeeldt zich een leegte. Hij doet
alsof hij viool speelt. Geluidloze plek, hol, dor
met rondom stenen. Zijn tong is gerimpeld -
wat niet te zien is Als hij spreekt rollen sommige
woorden en letters krom de menigte in.
Hij zal rond de honderd zijn. Hij is een eenheid.
Nu zal hij de viool op zijn schoot leggen, zijn
handen tegen zijn wangen, zijn ogen op het
opgravingsterrein. Zijn rug zal tegen
een oude foto leunen. Hij glijdt naar andere tijden.
Het tegenlicht overschaduwt hem. Hij roept
naar de hond van de foto te verdwijnen, om zich
te redden.
Yannis Kondos
Vertaling: Stella Timonidou Kees Klok
Uit: ANQNYMOY MONAXOY, Athene 1985
33