van varens, waar een pakje dubbele boterhammen lag te schim
melen, onder een braamstruiktak met iemands lege condoom, afval
van de liefde, sliep een stijve kat in een bloemenkrans van inge
wanden, liploos grijnzend als een wajangpop en met de ogen vol
witte beestjes en vliegen. De madenopruimingsdienst saneerde het
milieu grondig.
Bij een boomgaard zakte een wolk van gerucht, een zwerm ziedende
spreeuwen, de bomen in. Een voortvarende patrouille eenden, brede
V's achter zich aan, ploegde door het gapend blauw van een hemel
die zijn verbaasde bek maar niet wilde dichtslaan. Twee verwaaide
raven, met de ondergang vertrouwde eierdieven, struikrovers en
acteurs, streken op het wegdek neer, waar ze op hem begonnen
te schelden en zich te buiten gingen aan een brokkelende honden
drol, om op een onhoorbaar commando ineens weer weg te vliegen,
onder luidkeels en herhaald 'Nimmermeer!', als degens de lieve lucht
klievend, krijsend op zoek naar andermans gespikkelde eitjes.
Bij een tent van het merk waarvan een Everest-beklimmer had
gezegd dat het goed was schepte een aantal studenten aarde uit een
archeologisch kluifje, dat binnen in zich hele lagen verloren bescha
vingen verborgen moest houden, vol met op te graven geraamtes
met opgetrokken knieën tussen hun kruiken, met kaken waarin edel
stenen haakten, en waar vervolgens tientallen eeuwen mensen in
huizen gestorven waren, individu voor individu, terwijl in de open
deur de buren en kinderen grinnikend toekeken en praatten, en waar
huisvrouwen hun botjes en scherven hadden weggegooid, alleen
maar om erachter te komen dat de mensen vroeger net zo geleefd
hadden, alleen een beetje anders. De studenten krabden de aarde in
lagen af alsof het wondkorst was. In slenken afgedaald en later in
bovengrondse ladenkasten gerubriceerd, bracht geen scherf het
verwachte geluk. Een nog niet oude leidinggever met het onvermij
delijke ziekenfondsbrilletje met een fijn, gouden montuur, knikte
hem vriendelijk toe. Hij knikte kortaf terug en keek vóór zich.
Anders wilde zo'n archeoloog nog enthousiast alle pislaantjes en
iedere hoop stront, allemaal históóórie, laten zien. In de grond
wilden zij liefde en scherpzinnigheid wel vinden. Als het aan hém
lag, reken maar dat hij al die opgravingen naar een vuursteen, een
paardenkies en een pijpenkop in de aarde verbood!
16