Altijd op reis:
de journalistieke literatuur van jan Brokken
Paul van Leeuwenkamp
Een schrijver van reisverhalen loopt het gevaar zich te veel te
beperken tot de gebeurtenissen die zich op zijn reis afspelen. Hij
probeert dan dingen die hij aantreft in bijvoorbeeld Azië, Afrika,
Zuid-Amerika, Oost-Europa nauwkeurig weer te geven. Vaak betreft
het schrijnende omstandigheden in gebieden met honger en oorlog.
Dergelijke verhalen brengen verre oorden in onze huiskamer en dat
is een waardevolle prestatie, maar daarom is het nog geen literatuur.
Daarvoor is meer nodig dan kleurrijke taferelen, aangrijpende ge
beurtenissen en exotische gebruiken, ongeacht de vaardigheid waar
mee dat alles is neergeschreven. Er moet een psychologische ontwik
keling zijn; van een hoofdpersoon of van de schrijver zelf. Zijn per
soonlijke betrokkenheid moet het verhaal een eigen kleur geven,
want uiteindelijk is een literair reisverhaal niet een reis in de ruimte,
maar een reis in de tijd. Jan Brokken heeft dat altijd geweten.
Brokken werd op 10 juni 1949 in Leiden geboren en groeide op in
Rhoon, waar zijn vader, teruggekeerd uit Nederlands Indië, dominee
was in de Nederlands-Hervormde Kerk. Hij studeerde journalistiek in
Utrecht en politieke wetenschappen in Bordeaux. Er wordt beweerd
dat hij daarna journalist werd, hetgeen men dan wil bewijzen met
het feit dat hij van 1972 tot 1975 bij Trouw werkte en daarna voor
de Haagse Post interviews maakte met een groot aantal schrijvers
en musici. Deze interviews kregen zoveel waardering dat er in 1980
een aantal werd gebundeld in Schrijven. Het zijn portretten waarin
Brokken zelf nauwelijks aanwezig is en alle aandacht naar de schrij
vers gaat - Harry Mulisch, Jan Wolkers, Hugo Claus en tal van andere
bekende auteurs - met daarbij een accent op de technische aspecten
van het schrijven: wanneer schrijft de auteur, hoeveel versies maakt
hij, gebruikt hij een pen of een typemachine? Zijn oeuvre overziend,
kun je je afvragen of dit eerste boek van Brokken ook geen reis
verslag is, een oriënterende reis naar de literatuur, waarmee hij het
terrein verkende voordat hij zelf aan de slag ging. Een indruk die
wordt versterkt door de interviews en reportages die in 1993 werden
gebundeld onder de veelzeggende titel Spiegels. Ook deze stammen
uit eind jaren zeventig en begin jaren tachtig, maar in tegenstelling
tot in Schrijven, is Brokken hier veel nadrukkelijker aanwezig. En
ze staan in volgorde van Brokkens eigen literaire ontwikkeling: de
23