boek met gretigheid en plezier leest. Dit heeft onder andere te maken
met het adequate bronnengebruik. De vele citaten - vooral uit het
werk van Veth - zijn organisch ingebed, waardoor de hoofdpersoon
bijna ongemerkt door middel van een groot aantal teksttransfusies
kleur op de wangen krijgt. Verder weet Van der Velde tal van in
wezen triviale feitjes zijn biografie binnen te smokkelen: omgang
met bedienden, ziekte en gezondheid, erfenissen, woon- en werk
omstandigheden.
Al deze kwaliteiten zorgen ervoor dat de lezer een levendig beeld
krijgt van het (intellectuele) leven in de 19de eeuw. En dat is naar
mijn mening de belangrijkste verdienste van dit boek. Had hij een
persoon met een hartstochtelijker karakter beschreven, Multatuli
bijvoorbeeld, dan had het boek meer op de persoon geleund dan op
de eeuw.
De biografie Een Indische Liefde heeft een heldere structuur: tien
hoofdstukken, waarvan er steeds twee een thematische eenheid vor
men. De lezer maakt kennis met het kleinburgerlijk milieu en de stad
Dordrecht waaruit Pieter Veth voortkwam. Al op jeugdige leeftijd
toonde Veth een ongelofelijke werkdrift. Hij mocht de Latijnse
school bezoeken, een prestigieuze onderwijsinstelling, en ging later
in Leiden theologie studeren. Een logische keuze voor het ambt van
dominee wist hij af te wenden, dit tot verdriet van zijn ouders. Veth
gold als een aanhanger van een vrijzinnige richting binnen de
Nederduits Hervormde kerk. Wellicht verwachtte hij moeilijkheden
vanuit de orthodoxe geloofsgemeenschappen bij pogingen om als
dominee aangesteld te worden.
Hij koos in ieder geval na beëindiging van zijn studie een baan als
docent aan de Koninklijke Academie in Breda. Vervolgens bestu
deerde Veth verschillende talen, waar onder Maleis en Javaans. De
omstandigheden in Breda waren niet optimaal te noemen. Na enkele
jaren zag Veth kans te ontsnappen naar Amsterdam, na eerst nog
korte tijd in Lriesland te hebben doorgebracht. Hij werd professor
aan het Amsterdams Atheneum en gaf daar lessen in logica en psy
chologie. Hij deed dit nauwgezet, maar vooral ook zonder al te veel
enthousiasme. Zijn eigenlijke belangstelling lag bij de land- en vol
kenkunde, in het bijzonder Indië en Afrika betreffend.
Na het stormachtige jaar 1848 had Veth de politieke wind mee om
in publicaties en boeken aan te dringen op een liberale houding ten
opzichte van Nederlands-Indië. Hij waarschuwde tegen reactionaire
37