ZOO zat en't daar aardig scheen te doen. Werd Pagaai zo geplaagd door professionele jaloezie dat hij was teruggevallen op de roman tiek van de jungle? Die optie leek Siebe, gezien de bekende dodelijke naijver in het wereldje van microfoontorsers en camerasjouwers, een stuk realistischer. Of was er heel iets anders aan de hand? Spanden Fee en Ballustrada tegen hem samen, of Fee en Hertog, Pagaai en Fee, of het hele Zeeuwse journaille? Wilden ze zich op Siebe wreken omdat ze hem nog steeds verdachten van de moord op die krantenschrijver Wouter Woerdeman?** Een nieuw, haast bevrijdend schot scheurde al deze vermoedens aan flarden. Als een dompelaartje was de kop van Pagaai weer boven een autodak verschenen, er zwaaide een zwarte loop en een nanoseconde later kletterde een ruit aan barrels, ergens bovenin het gebouw van de ZOO. In de omgeving van de voltreffer werd een ander raam opengegooid en vloog een blinkende mirofoonstandaard naar bui ten. Het projectiel schoot roterend door de lucht, miste doel en schampte af op de helm van een passerende bromfietser. Die viel om, slierde een eindje over straat en kwam tot stilstand onder zijn eigen brommer. Stilte. Toen geschreeuw en gevloek uit het gebouw. Pagaai schoot nóg een keer - een huiveringwekkende gil in de ZOO luidde diepe stilte in. Ineens slingerde Pagaai zijn geweer weg, rende vanachter de geparkeerde auto's naar het slachtoffer en zakte op zijn knieën. Hij stak iets zwarts voor het gezicht van de bromfietser. Het was een microfoon. "Compleet gek geworden," mompelde Kaats, die net als Siebe voor zichtig maar met grote belangstelling om de auto had gegluurd. Getikt, de kolder, mataglap en dergelijke? Dat had Siebe Edens in middels ook wel door. Zoals zo vaak, was zijn hulp ingeroepen op een te laat tijdstip. De verhoudingen bij de ZOO waren kennelijk al zo verziekt, dat vileine functioneringsrapportjes en achterklapoffen sieven geen soelaas meer zouden brengen. De zaak was binnen de gesloten ZOO-pot van geheimhouding en achterkamertjesgekonkel zodanig aan het gisten geslagen dat nu het deksel eraf was gevlogen en Rob Pagaai als een delirisch duveltje naar buiten was gespuwd. Siebe's rapport zou dus veel te laat komen, kreupelend achter alle feiten aan; waarschijnlijk lagen er hier straks nog meer voor lijk dan die onnozele bromfietser, en dan zat men niet meer te wachten op gewauwel over gebrekkige presentatietechniek en een schromelijk tekortschietende woordenschat. 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2001 | | pagina 21