einddoel de karaktermoord en maatschappelijke vernietiging van de
tegenstander. Het circuit, waaruit Siebe Edens een groot deel van zijn
magere levensonderhoud wist te puren. Zou het erg raar staan, vroeg
hij zich af terwijl Holga een stukje niemendalmuziek liet draaien en
zacht meeneuriede, als hij hier alvast wat notities zou maken voor
zijn fatale rapport over haar?
"Terug naar collega-journalist Kees van Rijn!" zei Holga met haar
aangenaamste presenteergeluid zodra de laatste accordeon was uit-
gebalgd. "Kees! Wil jij het gedicht van redacteur Kaats even voor
lezen?"
Van Rijn en Kaats keken elkaar aan. "Kan Kaats dat niet beter zelf
doen?" stelde Kees van Rijn voor. "Hij zit hier toch naast me?"
"We komen er zo op terug," ratelde Holga geroutineerd de bedrem
melde atmosfeer aan gort. "Zullen we het nu even over iets anders
hebben? Waarom onderteken jij je stukken eigenlijk altijd met Kaats,
Kaats?"
"Omdat ik zo heet," zei Kaats, een vijftiger wiens fysieke constitutie
zorgvuldiger leek te worden bijgehouden dan de dagelijkse scheer
beurt. "Wat moet ik er anders bijzetten, Holga? Praats? Raats? Bui
tengaats?"
De toenemende verbijstering onder de geïnterviewden dreigde nu in
joligheid om te slaan, en Holga Hertog bespeurde in de verte enig
onraad.
"Nee, maar ik bedoel - Jij, Jan Kuipers, gebruikt bijvoorbeeld wél al
je initialen. Waarom?"
Siebe schrok op. Dit was aan hem gericht, en Holga's toontje had
plots iets aanmatigends, zelfs beschuldigends gekregen. Ze beheerste
het zondebokken- en bliksemafleidingsspelletje dus al net zo goed
als Fup Fee, die op ditzelfde moment elders in het gebouw waar
schijnlijk vlijtig aan haar ondergang zat te figuurzagen.
"Waarom?" zei Siebe. "Bijvoorbeeld omdat er in Friesland duizend
Jan Kuipersen rondlopen."
"O, is het daarom," fleemde Holga venijnig. Siebe sloeg er geen acht
op, kon zich wel voor z'n kop slaan. Friesland! In Zeeland zat-ie, dat
was waar ook.
"Ja, daarom. En uit ijdelheid natuurlijk," voegde hij er met een
sardonisch grijnslachje aan toe. Kuipers zelf had hem dit al eens uit
gelegd, hem op de bevrijdende transparantie gewezen van dergelijke
bewust beleden kleinheden.
17