Kanteling
Anneke Schenk
Als ik terugkom van de zee en opkijk
zie ik je staan, donker leunend
in de deuropening van mijn huis.
Je kijkt mij aan, wijst
de lila wolken aan de horizon.
Zo was het vroeger eens, zeg je.
Alles valt stil.
Golven blijven staan,
houden hun adem in.
Mijn lange schaduw ligt
verzonken in het zand.
Ik steek mijn hand op,
keer mij om en denk:
zo had het altijd kunnen zijn.
Golven vallen terug.
Traag kantelt de aarde achterwaarts.
De zee rijst op.
Een loodgrijze muur verslindt de zon.
Nog even zie ik aan de kim
glimp van een zeil,
licht wenken van een vleugel.
72