Waterveren Johanna Kruit 1 Er is niets te zien aan het water dan water maar de zee is wijd als jouw ogen een schip vaart uit ik zie de meeuwen, zij lachen als de wind draait zul je hier zijn ik wacht in de haven muziek nadert de vloedlijn verandert nu ben je er bijna en dromen de dagen. 2 Regen ruist het land voorbij en trekt haar sporen door het zand wij zijn gestrand wij fluisteren de stilte vol tot water ons doet zwijgen troost blijft steeds te klein voor wat niet eindigt. 62

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2000 | | pagina 62