De vuurtoren
Robert de Haan
Hier sta ik onbeweeglijk op het duin.
Ik kan onmogelijk mijzelf ontlopen
en sper mijn oog naar alle zijden open,
terwijl zich meeuwen nestelen op mijn kruin.
Des avonds klimt een man spiraalsgewijs
in mij omhoog en houdt zijn stille wake
en maakt mij tot een helder, lichtend baken
voor zeelui op hun nachtelijke reis.
Hij laat de lampen om hun as roteren
en zit - een heerser in zijn hoog domein -
geobsedeerd de lichtjes te fixeren
die traag passeren aan de einderlijn.
En elke avond zal hij wederkeren
en zwijgend mij tot alter ego zijn.