Voorwoord
'Schrijvers te water', dat leek de redactie wel een pakkende titel voor
het themanummer dat deze jaargang afsluit. Haar stond een dubbel-
aflevering voor ogen waarin auteurs verhaalden van hun ervaringen
met het zilte nat; van schepen, verre reizen, stormen en - bovenal -
de weerklank en afglans van dat alles in schriftuur en beeld.
Veel medewerkers aan het nummer bleken echter een afwijkende
interpretatie en invulling voor te staan; hetgeen overigens wel past
binnen de traditie van ongrijpbaarheid die Ballustrada kenmerkt.
Sommigen namen de titel van het nummer uiterst letterlijk en lieten
zichzelf of hun personages fysiek te water; anderen kozen weliswaar
per schip het ruime sop, maar gebruikten dan een weinig voor de
hand liggend vaartuig als een zeekano, of dronken zich comfortabel
een deining op rondzwalkende cruiseschepen. Weer andere auteurs
bewogen zich aarzelend langs de vloedlijn, heen en weer over
het strand, of namen gewoon de pont. En de onverwoestbare Ko de
Jonge trommelde zijn collega's op tot een mail-artproject waarin de
wateren van poly- tot non-interpretabel evolueren. Kom daar maar
eens om in de meer traditionele mythologie.
Ook in een zwembad kun je verzuipen, als de Juffrouw of Nehalennia
even niet kijkt. En een vuurtoren is meer dan een overdreven lan
taarnpaal of een fallussymbool. U begrijpt het al: de redactie is zeer
in haar sas met deze thema-uitgave 'Schrijvers te water'. Nu de lezer
nog.
Red.
3