diepte. Het veiligheidssysteem was dus lang niet waterdicht. Henk of Peter, ik ben vergeten wie, dook en haalde de bodem niet. Daarop besloten we terug te zwemmen. Dat ging een stuk minder. De vloed zette ons zijwaarts weg en met de stroom half tegen kwa men we uitgeput vier stranden verder, bij de watertoren, weer aan land. "We hadden door moeten zwemmen," hijgde Wim. En wij keken hem stomverwonderd aan. Hij lachte en wij grinnikten maar mee. Of we later hebben opgeschept tegen de meiden, ik ben het verge ten, maar dat zal wel. Wat ik nooit vergeet is dat gezicht van Wim op het strand toen. Wild, moe en lachend, zout op zijn wenkbrauwen en met ruige sprieten haar plakkend op zijn voorhoofd. "We hadden door moeten zwemmen," zei hij. 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2000 | | pagina 18