diepe geulen waar de zee hard door stroomt. De rijkdom aan biolo gisch leven groeit enorm. Het stikt er van de jonge vis. Zeebaars, tong en harder. De zeehondenpopulatie breidt uit, maar ook de vogels hebben het paradijs ontdekt. Het kan dus makkelijk gebeuren dat je op een gewone woensdagmiddag honderden aalscholvers op een zandplaat ziet scharrelen. Soms ook zit er een plukje lepelaars tussen. Dat zijn de gelukkige dagen. De Voordelta is beschermd natuurgebied en al jaren het domein van vreemde individuen die stil hun weg volgen en nauwelijks opvallen: de zeekajakkers. Het zijn de eskimo's van de lage landen. Onze kajaks zijn zo oud als de Kelten, en waarschijnlijk nog ouder. Ze zijn een meter of vijf lang en een kleine zestig centimeter breed. Je hebt grofweg twee modellen, het Groenlandse model en de kajak van de Aleoeten, een ijskoud eilandenrijk in de Beringzee. Bomen groeien er niet en het stormt er zoveel dat bij sommige insecten soorten de vleugels in de loop der tijden zijn verschrompeld. De bewoners van de Aleoeten, verwanten van de eskimo's, waren voor hun voedsel volledig op de ijskoude en stormachtige zee aangewezen en samen met de Groenlanders bouwden ze de meest zeewaardige kajaks die de wereld ooit heeft gekend. Ze jaagden ermee op zee otters en zeeleeuwen, zelfs op walvissen. Ik ben vanochtend vanuit de vluchthaven Springersdiep tegen de wind in zuidwestelijk gevaren. Drie kilometer uit de kust is alles on werkelijk rustig. De zee piept een beetje, en heel af en toe waait het geluid van een claxon of een kerkklok op het vasteland in je oren. Het geeft je het gevoel dat je rondzwerft in een totaal andere wereld. En dat is ook zo. De meeste mensen aan de wal hebben geen benul van alle ding hier. Ze krioelen met elkaar op hete stranden in het geweld van krijsende kinderen, radiomuziek, frietwalm en de laatste badmode, terwijl hier de mooiste stranden blootvallen en je gratis kunt luisteren naar de wind die over een berg lege kokkelschelpen een opera fluit. Psychologisch is op je eentje varen in de Voordelta een feest. Kijk naar de drukte op de Brouwersdam en lach je rot. Zing luid de blues en niemand kijkt je raar aan. Je hebt het wijde gevoel dat alles voor jou alleen wordt ontvouwd. Dat de zeehonden hun show opvoeren met jou alleen als publiek. Zelfs de zilvermeeuwen lijken je vriende lijk toe te roepen. Maar dat lijkt maar zo, want zilvermeeuwen zijn 81

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2000 | | pagina 81