De vuurtoren Robert de Haan Hier sta ik onbeweeglijk op het duin. Ik kan onmogelijk mijzelf ontlopen en sper mijn oog naar alle zijden open, terwijl zich meeuwen nestelen op mijn kruin. Des avonds klimt een man spiraalsgewijs in mij omhoog en houdt zijn stille wake en maakt mij tot een helder, lichtend baken voor zeelui op hun nachtelijke reis. Hij laat de lampen om hun as roteren en zit - een heerser in zijn hoog domein - geobsedeerd de lichtjes te fixeren die traag passeren aan de einderlijn. En elke avond zal hij wederkeren en zwijgend mij tot alter ego zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2000 | | pagina 55