"Hij schopt me, meester," bracht de jongen naast me uit. Hij begon overdreven te janken. Ik begreep niet waar hij dat geluid zo ineens vandaan haalde. "Houd jij je een beetje rustig, schrielkip," sprak de bovenmeester. "Schrielhaan," verbeterde hij. De jongens om me heen lachten. Het was duidelijk, de baas van de school koos partij voor de Bolle. Ik voelde me verward en in de steek gelaten. Zodra de man weer zat, siste de Bolle: "Schrielkip, schrielkip, hang lip." "Houd je bek, potje met vet." Dat antwoord bleek afdoende, want de rest van de reis bleef hij uit het raam staren. Toen de bus op een immens parkeerterrein stopte, voelde ik voor het eerst die dag een prettige spanning. Het busincident verbleekte. We schoven in een lange rij door een controlepoort, waar een man in een blauw fantasie-uniform ons al tellend een voor een aantikte. Daarna moesten we ons per klas verzamelen. "Snel omkleden" en "alleen in een kleedhokje", ving ik op. In het houten kleedhokje rook het naar de zee. Ik trok mijn rode zwembroek aan en propte mijn kleren in mijn rugzak. Onwennig stapte ik daarna naar buiten. Mager, onbeschermd, wit. Toen ieder een klaar was moesten we Puppe volgen. "Niet meteen erin," waarschuwde hij, toen we voor het eerste bassin stonden. "Eerst jezelf een beetje natmaken en alleen in het diepe als je kunt zwemmen." De hele ploeg sprong van de kant het water in. Een paar jongens sloegen hard met hun vlakke hand op het wateroppervlak. De goede zwemmers begonnen naar het einde van het bassin te zwemmen, waar het overging in een natuurbad. Jaloers keek ik ze na. Daarna begon ik met grote sprongen door het water te rennen. Een tijdlang imiteerde ik de bewegingen van de zwemelite, maar ik hield daar mee op toen ik geen enkel bekend gezicht meer om me heen zag. Ook de onderwijzers aan de rand van het bad waren verdwenen. Ik voelde me plotseling erg alleen en maakte aanstalten om richting natuurbad te ploeteren. De hemel was intussen van kleur verscho ten. De zon brak door en ik staarde vol ontzag naar de uitbundig vlammende plekken op het water. Ik wist nu dat ik verder kon lopen en niet bang hoefde te zijn. 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2000 | | pagina 35