Vissen op het Nollestrand Meindert Inderwisch Het is eb. Het strand strekt zich voor ons uit, onbedorven nog door bezoekers. Zoë en ik zijn de eerste twee mensen op deze ochtend in juli. Het is de derde week van deze maand en pas de eerste dag dat de zon onbelemmerd schijnt. De mensen rekenen niet meer op het mooie weer. Ze doen boodschappen, gaan op familiebezoek, klussen in huis en kijken af en toe meewarig naar de blauwe lucht. Ze pak ken hun strandtassen niet in, laten hun handdoeken in de kast liggen. 'Nu hoeft het niet meer', lijken ze met hun afwezigheid te zeggen. Ze geven de zomer straf. De wind waait over het strand. Niet te hard gelukkig want dan kun je de visjes in de plassen niet zien vanwege de rimpeling. De wind blaast ons leven in, verstrooit de warmte van de zon. Weldadige vroege morgenlucht aan zee. Mijn telgje vormt de luchtkastelen van de dag. Met haar watervlug- ge bewegingen, haar blond gebleekte haren en haar lichtblauwe ogen houdt ze mijn slapende honden op afstand. Haar stemmetje houdt me bij de les van het hier en nu, haar woorden rafelen mijn sombere gedachten uiteen tot het verleden en de toekomst niet meer zijn dan lastige vliegen. Ze is ongeduldig. Terwijl ik onze spullen in het kleedhokje deponeer, stroopt ze het strand af naar vriendinnetjes. Ze vindt er geen. Ik hang mijn kleren op, schuif de koelbox in de schaduw, zet de strandstoelen buiten. "Piepertje," roep ik. "Even insmeren." Zuch tend komt ze voor me staan. Ik begin met haar gezicht. Het hoge blanke voorhoofdje, het neusje, de wangetjes, het kinnetje. Met ge sloten ogen ondergaat ze mijn zorg. Ik snuif aan haar haren. Na het insmeren zoeken we de visspullen bijeen. Een tijdje heb ik overwogen om een aquarium mee naar het strand te nemen om onze vangst tijdelijk in te bewaren, maar de kleedhokjes worden vaak opengebroken. De transparante Curver-opbergdoos blijkt een prima alternatief te zijn. Hij weegt niets, kan tegen een stootje, is af te sluiten voor al te nieuwsgierige kinderen en biedt de vissen en krabben alle ruimte. Onze uitrusting bestaat verder uit twee schepnetten en twee plastic emmertjes. Zoë heeft een gele, ik een rode. 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2000 | | pagina 29