zag zijn tronie openbloeien in herkenning, en vervolgens splijten in de bekende gulle grijnslach. Jacob Boes stak zijn vrije arm op met daarin het nieuwe schilderijtje (in de andere zeulde hij de ezel) en zwaaide. Betrapt! Een gongslag van schrik en maximale gêne dreunde in zijn hoofd, zoemde en snorde machtig na. Arco Kaasenbrood zwaaide op zijn benen, maar wuifde moedig terug. De invloed van de kruiden... De drogerijtjes en tinctuurtjes, de zal ven en tabletten van Lucie, Jacob Boes' over de Schelde aangevoerde nieuwe levensgezellin, die op een nazomerse dag met haar opulente fysiek het lokale strijklicht was komen versperren en zo een schaduw genereerde tot in de verste zijstraten, als had ze zich uit de hoogte over het hele, angstvallig in zijn schulp kruipende dorp gebogen als een paleolithische oermoeder; een schaduw die zich ook stortte over het kleine etalageraam met daarop de nijvere bij van de Spaarbank der kleine luiden, waarvan Arco sinds mensenheugenis een filiaaltje dreef. Vreemd, misschien tekenend voor de somnambule staat waarin de kleine enclave zich al langer dan een eeuw bevond, nadat zij als vesting was opgeheven en door de Belgen teruggegeven aan het Noorden, was dat niemand de Schaduw leek te ontwaren dan Arco zelf. Maar hij was het dan ook die het artistieke stel tegenover zich kreeg, aan het eind van de tegen de wallen doodlopende Wester lingstraat, in het pand met werkplaats waar Boes senior eertijds zijn reparatiebedrijf en smederijtje had. Daar had Jacob Boes weer zijn ezel opgezet alsof hij nooit was weggeweest, en daar had Lucie op het geblokte zeiltje van de keukentafel haar rieten koffertje geopend met het brede assortiment natuurgeneesmiddelen waarop iedereen net zat te wachten. Nog geen halve dag na zijn arriveren maakte Jacob Boes al zijn op wachting achter de ruit van de Spaarbij tegen haar fond van gesti leerde honingraten, in de verwachting dat de van de schoolbanken daterende, eenzijdig - door hem - verbroken vriendschap onmid dellijk kon worden hervat, en wel op de oude wijze: een relatie met een sterk zender-ontvangergehalte. Jacob Boes de zender van plan nen, gepraat over 'wereldmensen', geld verdienen en avonturen aan de overkant; Arco Kaasenbrood de ontvanger en analysator van dit sanguinisch vertoon van balken en puffen. Zijn taken waren het de biteren nu en dan van een beamende of belangstellende opmerking 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2000 | | pagina 10