Kasteel L. Jan j.B. Kuipers Nog staat het overeind, maar de verjichte toren trekt in de zaal een scheur van gapend afscheid, haastig sinds een eeuw. Nog weet de baron met handpalmen oude kalk van diners op het paleis: 'Uit Krasnapolsky haalden ze het eten, in wagentjes kwam het over de Dam, zo ging dat toen.' En jij ontwaart in het hout over de gracht een geeuw van iets van wezen, een aarzelen in gewassen inkt tussen groen uitgeslagen dunne stammen, neveliger neerslaand in de regen en vapeurs van de geschiedenis waarbinnen jij te droog staat, achter glas.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2000 | | pagina 30