Passie
Raats
De schilder die zijn naaktmodel
nauwkeurig observeerde
wist eindelijk wat tijdenlang
zijn oeuvre ontbeerde.
'Ik mis de warmte,' riep hij luid
en barstte uit in schreien
maar gluurde ondertussen naar
haar welgevormde dijen.
Hij wierp zich wenend op de grond
en zijn penseel terzijde.
Het meisje dacht zeer aangedaan:
'Hij mot weer effe lijde.'
'De Kunst is,' sprak de kunstenaar
na enk'le ogenblikken
'niet slechts een zaak van enkel wegen
maar zeker ook van wrikken.'
Hij wist zich bij haar naakte aanblik
nog nauwelijks te bedwingen
en dacht: 'Ik wil... Ik zal... Ik doe...'
Je weet wel van die dingen.
Het werd hem allemaal te veel.
Wie zal het niet begrijpen.
Vooral ook toen zij zonder schroom
hem zacht begon te pijpen.
18