4.
we plots niet meer volgens de door God ingestelde ordening leefden,
maar aan de hand van strikt rationele Leerstellingen, verkondigd
door grote geesten die toevallig allemaal van achter het voorgeberg
te afkomstig waren. Ik begreep er niet veel van: waar werd geschre
ven over de Pilaren van Handwerk en Landbouw, probeerde ik me de
gedaante van zo'n Latijnse of Gallische filosoof voor te stellen: groot
of klein, dik of mager, viriel of schriel. Bij uiteenzettingen over de
verpestende werking van de vrije handel dwaalden m'n gedachten af
naar grootte en vorm van Fouriers lid, bij een vurige zin over het
'heilig doel van de harmonieuze mensheid' overpeinsde ik de ritmiek -
krachtig chargerend of juist tergend bedachtzaam - van de bijwo
ning door Saint-Simon. Ja, dat kon best verdorven zijn en rieken
naar de poorten van de Hel (die echter volgens Koenraads boekje
niet meer bestond), maar tot dusver had ik nooit klachten gehad.
De hele wereld, te beginnen met ons hertogdom, zou worden inge
deeld in Phalanges van Twaalfhonderd - ongeveer de bevolking van
ons stadje, dacht ik. Deze Phalanges moesten in hun eigen behoef
ten voorzien, en werden weer onderverdeeld in kleine groepen van
volledig harmoniërende individuen. Dat zou niet meevallen, ver
moedde ik; zelf had ik nog nooit twee individuen ontmoet die vol
ledig of zelfs maar bijna volledig harmonieerden. Maar ja, onze stad
was natuurlijk maar klein en verder dan het voorgebergte was ik nog
nooit geweest, en het kón zijn dat de verpestende invloed van de
vrije handel onze geesten eeuwenlang had bedorven; al zag ik weer
niet in hoe je ooit anders zou willen handelen dan vrij. Moest ik
soms met een kip van de markt thuiskomen op een dag dat ik vis
beliefde? Dat zou zeker niet de harmonie tussen de kippen- en de vis
kraam bevorderen, en ook niet mijn levensvreugde. Maar ik bekeek
het waarschijnlijk te pietluttig: uiteindelijk, zo las ik, zou een wereld
omspannende Maatschappij van Saamhorigen tot stand gebracht
zijn, bestuurd door één persoon: de Omniarch die zou zetelen in
Constantinopel, de hoofdstad van het oude keizerrijk, het centrum
van de wereld dat we in deze streken allang waren vergeten, maar
dat nog wel degelijk bleek te bestaan. En wat zou men zich in Con
stantinopel druk maken om een maaltje vis uit onze Vliet?
Kaspar Schmidt was vrij! Na enkele dagen detentie verscheen hij uit
de diepten weer op het bordes van het raadhuis. Zijn sleetse jas was
netjes afgeborsteld, en hij drukte ernstig de hand van Prefect Insel,
12