1941 - 1944
Dignate Robbertz beschrijft op een geloofwaardige wijze de petites
histoires van die jaren.
Haar voorstelling van zaken is zo dat haar man onder voortdurende
aandrang van de NSB, deels uit naïvieteit (hij kon zich verre van de
politiek houden, hij hoefde alleen maar af en toe op hun samen
komsten gedichten voor te dragen), deels uit gebrek aan bronnen
van inkomsten in die maanden, zich tegen zijn zin liet overhalen
om lid te worden. In januari 1941 werd hij lid. In augustus 1942
zegde bij op. Anderhalf jaar was hij lid geweest. Hij voelde zich
niet, zoals Venema wil doen geloven, door zijn vrienden in de steek
gelaten, en slachtoffer van een groot complot van de NSB tegen
hem. Integendeel, hij moest er voor vechten om zijn lidmaatschap
ongedaan te maken, want aanvankelijk werd dit door de NSB ge
weigerd. Volgens Venema deed hij daarna een sprong naar voren;
hij werd begunstigend lid van de Germaanse SS!
Nergens geeft Venema een bewijs van dat 'lidmaatschap'. Venema
stelt het voor dat Beversluis dit deed om in contact te komen met de
Duitser Münzer, die de plaats van de Commissaris van de Koningin
van Zeeland had ingenomen. Die zou hem benoemd hebben tot
plaatsvervangend burgemeester van Veere. Dit is je reinste geschied
vervalsing! De feiten zijn gecompliceerd. Onweerlegbaar is het feit
dat Beversluis pas in het voorjaar van 1944 gevraagd werd om de
zieke waarnemend burgemeester van Veere te vervangen. Dat hij
daaraan gehoor gaf, kwam doordat al vóór die tijd veel inwoners
van Veere zijn hulp in allerlei zaken hadden ingeroepen, ook in
problemen met de bezettende macht, waarbij hij altijd hielp waar
hij kon. Hij redde velen voor de arbeidsdienst in Duitsland, en kreeg
gevangenen vrij, wist zelfs mensen voor het vuurpeloton te behoe
den. De Gestapo wantrouwde en bedreigde hem. Hij wist dat zijn
positie moeilijk was, maar er was op dat moment geen weg terug.
Na zijn gevangenneming in 1945 dienden de bewoners van Vrou
wenpolder en Gapinge dan ook onmiddellijk een verzoek in tot in-
vrijheidsstelling. Dit verzoek was door vijftig boeren ondertekend.
Verder zetten ambtenaren van Veere en Vrouwenpolder zich voor
hem in. Na twee jaar gevangenschap kwam men toe aan zijn proces.
Zulke juridische vormfoutjes waren mogelijk in de jaren van ver
warring vlak na de oorlog. Hij werd van alle politieke rechtsvervol
ging ontslagen en direct in vrijheid gesteld. In zijn politieke functies
26