Wel verkreupelt hij in dienst van de VARA zijn poëzie tot massaal
maakwerk dat het volk tot zelfbewustzijn moet verheffen. Een poë
tisch zwakke bundel Liederen van de Arbeid en een nog zwakker
gedicht Aanklacht worden toegejuicht en bejubeld. Verder maakt hij
allerlei gelegenheidsrijmen, rijmkronieken, bijschriften enzovoort.
Teksten die het cabarateske naderen, maar door hun ideologische
geladenheid er de lichtheid en de spitsheid van missen.
In 1935 schorst de VARA hem als medewerker. Dit leidt tot een rel
in de pers. Anton van Duinkerken neemt het voor hem op. In een
helder en overtuigend artikel zet Van Duinkerken in het tijdschrift
De Gemeenschap de achtergronden van het conflict uiteen.3
Hij ziet de wortel van het conflict in de tegenstelling tussen de
persoonlijke individualiteit van de dichter en de collectiviteit van
het partij-ideaal.
Hij schrijft: "Een dichter uit idealisme dienstbaar geworden, uit
broodnood gedwongen zich aan de hardste wetten dezer dienst
baarheid te onderwerpen, gehoorzaamt tenslotte niet meer aan de
natuurlijke begeestering van zijn eigen aanleg, maar onderwerpt
zich slaafs aan den smaak van de massa."
Beversluis, die zich in een vlugschrift Kaarten op tafel had verweerd
tegen de schorsing, bekent daarin eerlijk dat zijn dichterschap tot
een gedwongen dieptepunt was vervallen. Verder werd er steeds
zonder opgaaf van reden en zonder overleg in zijn werk geschrapt.
Van Duinkerken vervolgt: "En zoiets overkwam hem telkens. Hij
(B.) somt in zijn brochure reeksen gevallen op, waarin onredelijk
schijnende maatregelen van de Radio Controle Commissie of, zelfs
wanneer deze gunstig was, van het controlerende VARA-bestuur
hem de uitzending van op het oog onschuldige woorden beletten.
Al zou hij in die gevallen volmaakt ongelijk hebben gehad, dan nog
heeft hij omwille der zaak die hij een goede achtte, talloze beknib
belingen ondergaan, in honderden bureaucratische kleinzieligheden
berust, veel vernederingen geslikt. Geen novice in een Rooms kloos
ter wordt zwaarder op den proef gesteld dan de VARA het - terecht
of ten onrechte - dezen dichter deed. Geen disciplinair kerkgezag is
stugger, handelt geheimzinniger, oordeelt autonomer dan de VARA
- terecht ot ten onrechte - deed. Het lyrisch temperament van
Beversluis, verzwolgen door de zee van rhetoriek, (poëzie voor de
massa) die het zelf moest voortbrengen, was tenslotte hiertegen niet
bestand. Hij heeft zich verzet. Hij heeft de straf ondergaan van
degenen die zich verzetten. Ook in een revolutionaire partij kan
18