Methoden tegen de helderheid )an J.B. Kuipers 1. Lang nadat het licht uit is gloeien de sterren nog na, steeds zwakker en meer etherisch, tot ze oplossen in de duisternis van je plafond. Bij elk redelijk gesorteerd warenhuis zijn ze goedkoop te verkrijgen, deze plastic sterren. Maar het blijft oppassen met het verbeteren van de werkelijkheid. De prins uit Goethe's Der Triumph der Empfindsam- keit was zo afhankelijk van zijn decors van sterrenhemels en maan- beschenen wouden dat hij ze overal met zich mee moest nemen in een grote, met postpaarden bespannen wagen. De socioloog A.C. Zijderveld heeft als het 'hart van de zaak' van de Romantiek 'een niet aflatende versluiering van de werkelijkheid' aangewezen: "Of hij nu de weg van de trance en extase, danwel die van de zelf-vervreemding via het andere en het vreemde bewandelt, de romanticus weigert hardnekkig de werkelijkheid, zoals die in al haar rauwe objectiviteit en nuchterheid op hem afkomt, te laten voor wat zij is."1 Maar in tegenstelling tot de realist en pragmatist gelooft de romanticus niet in de mogelijkheid om werkelijkheid te maken: "Hij tuigt de status quo op, versiert haar, maakt haar mooier dan ze is, maar wil haar niet veranderen, omvormen, laat staan maken en construeren. De romanticus versluiert de werkelijkheid." Ik heb genoegen beleefd aan Zijdervelds betoog, aan zijn korte excursie langs de uitzicht- en standpunten van identiteit, roes en trance, zelfvervreemding, Fichte en George Herbert Mead. Tot aan de slotbeschouwing, waaruit het conformisme van de auteur blijkt. Ineens staan we weer in de drup van het postcalvinistisch zonde besef. Romantiek is gevaarlijk, aldus Zijderveld, wanneer zij zich uit in collectieve bewegingen en politieke doelen nastreeft; als bewegin gen de collectieve identiteit formuleren in termen van volk en ras, van bloed en bodem. Het is de bekende verwarring van irrationalisme en romantisme: "De methode van de roes, uitgebuit door politieke leiders, overscha duwt dan de methode van de zelf-vervreemding. De massa is niet in staat of weigert domweg zich in de rol van de ander, de vreemde, de buitenstaander te verplaatsen en stort zich met bloed doorlopen ogen op alles en allen die vreemd en anders zijn. De werkelijkheid krijgt een sluier van bloed omgehangen. Als een vampier laaft de meute zich aan dit bloed en meent er een collectieve identiteit aan 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1999 | | pagina 7