Voetbal Rob van Bedaf I. Wij, onze lieve meiskes, mijn vrouw en ik wij zijn deze zaterdag middag uitgenodigd het zilveren bruiloftsfeest bij te wonen van familie uit Tholen. We schrijven 4 juli 1998. Eind deze middag speelt Holland voetbal tegen Argentina. Na te hebben afgesproken dat ik Spa ga drinken, rijden we rond twee uur Westdorpe uit richting Sint Anna Jacobapolder te Philips- land, 'Flupland' voor ingewijden. Gaandeweg realiseer ik mij wat mijn bestemming gaat worden. Ik koers met gezin en al regelrecht door een zee van oranjekoorts op Gods Eiland af, waar een zwaar gristelijk gereformeerd rouwzwart wimpeltje wappert in de zilte lucht boven Zijpe en Oosterschelde. Daar, aan die uiterste punt van Flupland, staat een receptiekeet, jachthavenkantine met volledige vergunning, keukenfaciliteit en aangebouwde feesttent op ons te wachten. We draaien de parkeerplaats op. Geen oranjevlag te zien. 't Is drie uur. Daar ga ik. Eenmaal binnen, begint het handje schudden. Mijn ogen zoeken ruimte. Het paviljoen biedt rondom uitzicht op water, bootjes en schorren. Het gelukkige paar maakt een gelukkige indruk. Ons aan passend aan de geldende atmosfeer drentelen we ongemakkelijk op de tafel van direct betrokkenen af. Iedereen is er. Uit fonkelende oogjes priemt de gloed van Overtuiging. Ik word begroet als Broeder. Hoe laat is het? Wij zoenen elkaar - mannen uitgezonderd - driemaal op de wang. Dan met links beginnend, dan met rechts. Neuzen worden ontzien. Het 'hoe-gaat-ut' verliest elke waarde. Telkenmale vertel ik mijn makke: ischias, dus ziektewet. Manmoedig bewaar ik mijn afgrijzen het voetbal te missen voor mijzelf, waarop mijn maag spasmodisch reageert. Ik nader nu het einde van de tafel, alwaar Zuster L. op mij wacht. Reik haar mijn hand aan, waarop zij deze gretig aan haar borst drukt, mijn billen van bukken en overstrekken laat ontbran den en mij driemaal klapzoent. Ik recht mijn rug en antwoord dat ik in de ziektewet zit in verband met mijn rug en vermeld de daaruit voortvloeiende tintelingen in bil, onderlichaam en benen. "Oh!" is het goed bedoelde antwoord, "als het naar beneden zakt, komt de 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1999 | | pagina 17