met een kreukelzone die de klappen opvangt van het gierend opge
voerde brommertje dat hij was, een brommertje dat zich keer op
keer op haar stortte in blinde vervoering.
Dieper en dieper was hij met zijn gloeiende, harde lid in haar ge
drongen, iedere keer verlangend naar meer, naar verdere versmel
ting, naar een nog verdronkener hoogtepunt. Dronken van de aan
raking van haar huid, van de zwaarte van haar lichaam, van de geu
ren die verlokkend opstegen uit al haar plooien en openingen, van
het subtiele tasten en zuigen van haar lippen, was hij iedere keer
opnieuw veranderd in een wild verlangend dier dat al zijn krachten
gebruikt om te bereiken wat zijn natuur van hem verlangde: zijn
zaad in haar te sproeien - en als het zover was dan schreeuwde hij
het uit, schreeuwden ze het samen uit. De buren stonden versteld
van het volume, al lieten ze dat niet merken.
Op zijn werk had hij alles geheim gehouden. Ze zouden hem maar
uitlachen: hij, 't scharminkel, 't magere mormel, met een vrouw?
Het mikpunt van spot en flauwe grappen zou hij worden als ze
zouden horen dat hij verliefd was. Een boekhoudertje hoort niet te
voelen en is geen echte man - had Van Peenesse van de draaiban
ken hem al niet eens nageroepen dat hij blij mocht zijn dat hij op
school nog had geschreven met een kroontjespen die je in een inkt
pot moest dopen: anders zou je er helemaal nooit achter gekomen zijn
wat het is om 'ns lekker te soppen! Van Wezenem was er niet op in ge
gaan, maar was naar zijn kantoortje gevlucht, naar de vertrouwde
minachtende, blikken van zijn baas en het veilig zoemen van zijn
computer. Wat later, op de wc, had hij zich troostend en een beetje
triomfantelijk afgetrokken bij het fotootje van Ria dat hij in zijn
portefeuille, onzichtbaar voor de blikken van anderen, bij zich
droeg.
Het Project had de eerste vage vormen aangenomen nadat ze in die
kwis dat item hadden gezien over legendes uit de Griekse Oudheid.
Aristophanes' verhaal over de oorsprong van de liefde tussen man
en vrouw had grote indruk op hen gemaakt. Het idee dat mannen
en vrouwen ooit één waren geweest en als bolronde wezens met vier
armen, vier benen en twee gezichten hadden rondgelopen, vonden
ze prachtig. Voelden zij zich tenslotte ook niet één, zoals ze daar
lagen, met de tv op het nachtkastje en zij beiden naakt ineenge
strengeld onder het dikke donzen dekbed?
Die merkwaardig gevormde oermensen waren echter zo sterk en
40