wel daarin, dat hun poëzie eigenlijk een ziekte was." Tering en
koortsen ontwaarde Heine, in plaats van gezondheid en genie.
Het verschil tussen de moderne romantisering en de oude mythische
religiositeit was natuurlijk dat de eerstgenoemde een programma en
een operatie was; in die zin het tegenovergestelde van het oude hei
dendom, dat vanzelfsprekende praktijk was, formele uiting van
spontaan religieus beleven, van godsdienstige 'Elementargedanken'.
Het feit dat de romantisering, hoewel voortspruitend uit dezelfde
'elementaire' noties, een op overleg berustende dressuur van de
waarneming inhield, betekende ook een element van onwaarachtig
heid, een bewust terzijde stellen van het gezond verstand. Romanti
sering, eigenlijk een positieve variant van Zijdervelds versluiering,
behoort tot het domein van het imaginaire, stelde ik al vast. Maar
zij impliceert een innerlijke impuls waarbij het voorstellingsvermo
gen in dienst staat van een specifieke emotie: die van de geestdrift.
Over de geestdrift heeft de propagandiste van de Duitse Romantiek,
Madame De Staël, uitvoerig geschreven in haar boek De l'Allemagne
(1813).4 Novalis was al dood toen Germaine de Staël (1766-1817)
door Duitsland trok - dankzij Napoleon, die ronduit allergisch voor
haar was en haar had verbannen uit Frankrijk, het hartland van de
helderheid. Toegegeven: de geldingsdrang van De Staël was meer
dan aanzienlijk en liet haar al met haar moeder, Madame Necker,
concurreren in de Parijse salon van de laatste. Later sneuvelden
onder De Staëls hamerende monologen, impertinente vragen en
gevreesde ontboezemingen de porseleinkasten van half Europa -
ook de Napoleon-bewonderaar Goethe verborg zich toen het liefst
voor haar, diep in zijn burgermanspaleis van Weimar. Velen volg
den het voorbeeld.
"Waarom zijn hier zo weinig mensen? Wisten ze niet dat ik zou
komen?"
"Integendeel, Madame. Men hield danig rekening met uw komst."
En toch oefende Germaine de Staël als advocate van de Duitse Ro
mantiek enorme invloed uit met haar mooi vloeiend proza over een
Duitsland dat zich niet los wist te maken uit De Staëls eigen slag
schaduw, en dus even nevelig moest blijven als de verschieten waar
op de romantische kunstenaars en vorsers zich er richtten. Voor een
literair ingestelde natie als Duitsland was geestdrift het allerbelang
rijkst, vond Germaine de Staël, in tegenstelling tot 'karakter', dat
13