Jazeker zullen zij zwerven, buiten de huid om, in het strooien hart van hun eiland; insekten tellen, woorden delven, dampende woorden voornoemd; een zeewering in meisjesruggen met verschoten vlas, haar hunkeren, haar winteren, knipperend in de atlantische spiegel, van druiven dromen. schreef de jonge dichter toen. Het gedicht is nooit gepubliceerd, wel vond ik er later een fragment van terug in zijn eerste bundel, Rozen Motoren. Van die vroege gedichten maakten we een boekje, ik plakte het in elkaar en maakte de illustraties. Vanuit zijn ouder lijk huis aan de Vlissingse boulevard keken we over het blikkerende water van de Schelde, naar de duizenden zonsondergangen en de branding op het basalt. Hij speelde altsaxofoon en vond dat er onmiddellijk een Experimental Jazz Combo moest worden gefor meerd. Hij kon niet nalaten om op een Earl Bostic-achtige manier geweldig op zijn sax te gaan scheuren. Docenten verlieten demon stratief de feestzaal als we, in onheilspellend zwart gestoken, op schoolavonden optraden. We hadden weinig medestanders. Het gedrag van onze kleine, kunstminnende vriendenkring werd in het Zeeland van die dagen met dik wantrouwen beloond. Conflicten lagen op de loer. Als we ons in een café gezellig en sociaal aanwezig waanden, bleken we niet zelden het vege lijf te moeten redden omdat vooral Hans' doortastende en licht tartende optreden anderen tot grote woede bracht. Maar we hadden onze schuilplaatsen, zoals het atelier van de van kunst bezeten schilder Jurcka en het restaurant van een Roemeen, een muzisch mens die piano speelde, de Schelde Frans talig bezong en ons lekkere wijn voorzette. Het waren mooie jaren, de klad zat er nog lang niet in. We zullen op deze nazomerdag een tochtje maken, vanwege de nieuwe bundel. "Maar we gaan niet naar Zeeland," zegt Hans Verhagen met lichte schrik. Nee, we gaan niet naar Zeeland. "Maar we gaan toch wel naar de zee?" stelt hij voor. Natuurlijk gaan we naar de zee. We rijden naar IJmuiden. Daar zijn schepen en daar is wind, daar staan die mooie vervallen pakhuizen bij de sluizen en daar ligt aan de vissershaven dat geheimzinnige betonnen complex waar de Duitsers hun duikboten in verstopten, of iets dergelijks. 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1998 | | pagina 55