Een onzeeuws debuut van een Zeeuws dichter: Jacobus Bellamy Lou Vleugelhof De Zeeuw Als in 1782 het debuut van Jacobus Bellamy, Gezangen mijner Jeugd, verschijnt is hij vierentwintig jaar oud. Hij schrijft dan al tien jaar lang gedichten, maar zijn eerste bundel bevat enkel poëzie van de laatste twee jaar. De bundel bevat 57 gedichten die alle verbonden zijn door hetzelfde thema: zijn liefde voor Fillis. Een studievriend van Bellamy, Jan Pieter Klein, zelf een pas naam makend dichter, noemt de bundel dan ook een 'Phylliade', wat zoveel zeggen wil als een 'epos' gewijd aan Fillis. Wie zich onbevangen aan het debuut van Bellamy overgeeft, zonder zich te bekommeren om de biografische gegevens uit het leven van de dichter, wordt ongetwijfeld verrast door het feit dat deze dichter die zich in zijn volgende bundel 'De Zeeuw' zal noemen, in zijn debuut taal noch teken geeft van zijn Zeeuwse herkomst. Overigens heeft hij volgens de heersende mode die nog stamt uit de zestiende en zeventiende eeuw - hoe taai kunnen tradities zijn - het te alle daagse Zeeuw gelatiniseerd tot Zelandus. Zijn debuut verschijnt anoniem, wat niet ongebruikelijk was in de achttiende eeuw. Een jonge dichter verscheen op de literaire markt met een schouder klop van een oudere of van een letterminnende dominee. Hoewel Bellamy heel veel aan dominees te danken had, onder andere zijn hele opleiding, verscheen zijn debuut niet onder patronage van een Vlissingse predikant. De anonimiteit blijkt geen beletsel om de bundel te kopen. Als Bellamy enkele maanden na het verschijnen in Amsterdam is, schrijft hij aan 'Fillis', niet zonder enige trots: 'Mijn naam is hier zeer bekend. De menschen vragen niet aan den boekverkoper "Hebt gij De Gezangen mijner Jeugd?" maar "hebt gij de gedichten van Bellamy?" - "Ze worden met smaak gelezen vooral van de juffers".' Er dient zich voor het eerst een nieuw lezerspubliek aan in de achttiende eeuw: de vrouw. Trouwens ook als schrijfster wordt de vrouw actief: Elisabeth Maria Post, en de dames Wolff en Deken (goede bekenden van Bellamy) zijn daar de representanten van. De 27

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1997 | | pagina 27