De gesel en de veer
Brievenrubriek
Nieuwegein, 7 juli 1996
Geachte heer Hamelink,
In zijn dagboek liet Hans van Straten
aan de hand van Brusselse dubbele
straatnamen als Rue de la Colombiè-
re/Duivekotstraat de onwelluidendheid
van ons Nederlands horen. Bij uw bun
dels rezen mij de haren net zo ten berge.
Wat benadrukt u het zompig oerstratum
van ons taaltje! Dat u nou van dat Dui-
vekotstraat de charme misschien in
zietmaar van almaar woorden als:
kijf, zwatel, korzelig, galgeveld, schors,
woekering, gors, schuddebuik, pimpel
paars, stuiptrekkend, radbraaksel, horle
pijp, wederhelft, knolgewassen, merg
achtig, bongerds, onrust, gegorgeld,
waggelpad, kielzog, ribbekast, koeter
waals, overtollig, kleinsteeds, dijkdoor
braken, pikkedonker, schedelbeen,
doodstottert, kippekop, onthersend,
lampekap, kniegewrichtskalk, stampbe-
tonnen, keper, knuffeldier, geürm, gries-
meelprut, prikkelboekjes, afvalkoker,
pokdalig, kwartsietsplinter, naaktzadig,
zwerfbeginselen, koekhap, kokhalst,
bloedhars, woekering, inkuilt, knotwilg,
rul, gevoelsmoer, boomtronken, brok
kelt, mosseloor, slorpend, braakvelde,
omzwachtelden, - herfstlucht, hersen-
steenkast, kiemlob, gevoelspuin, uren-
grauwsel, schedeldak, schrikgas, zwijg-
beginsel, zaadstreng, leeggewaaid,
grintgrijs, doordesemd, kaalslag, geron
nen, hersentrog, knolsteenbreek, zaad
doos, omfladderd, bijeengedobbelde,
knersen, gortdroge, ontbladerd, hemel-
dreg, kniestompen, werd ik even onpas
selijk als van een bezoekje aan Dr. Calig-
ari's Griezelmuseum.
Ik was niet eens met (oninteressante)
lezersgevoelens aangekomen, als niet
ook iets anders me getroffen had:
Uw gedicht FORSYTHIA lijkt sprekend
op ZONNEBLOEM van Claudio Rodrii-
guez!
Leden van onze Nieuwegeinse Studie
kring Poëzie reageren nu vervelend op
mijn enthousiasme t.a.v. de op de aan
staande studiedag te vergelijken gedich
ten. Voorzitter Kostwinder verklaarde
dat u al eens een Spaanse dichter hebt
vertaald en dus redelijk goed Spaans
moet kennen. Onze sekretaresse Ria
Moskers vergeleek toen de kans, dat u
geen plagiaat zou hebben gepleegd,
met de kans dat een, in de buurt van
een verkrachte vrouw gevonden,
gekrabde, en al eerder wegens zeden
misdrijven veroordeelde zwerver, de
dader niet kan zijn geweest wanneer zijn
DNA hetzelfde blijkt te zijn als dat onder
de nagels van die vrouw: een op de 3
miljard.
Nadat ik vervolgens, op een stil nachte
lijk uur, beide gedichten op mijn Cardan
Harmon insprak en terugbeluisterde,
moest ik -tot mijn gêne- bekennen het
ook niet meer te weten. Het is net of
leden van onze Kring het gif van wan
trouwen over mijn enthousiasme heb
ben gestrooid...
Ben ik, zoals mej. Moskers zei: 'Lief
maar naïef?"
Wouter Noordewier
AUTEURS
EMMA CREBOLDER (St. Jansteen 1942)
is dichter en Afrikanist, doceert Swahili.
Publiceerde onder meer de dichtbun
dels: Waar niemand wegen waande
(1992) en Zwerftaal (1995).
JOHAN EVERAERS schrijft artikelen over
mail art en is zelf ook mail artist.
JAN J.B. KUIPERS (Zaamslag, 1953)
schrijft essays, verhalen en artikelen;
publiceerde boeken over historische
onderwerpen en zelandica, kinderboe
ken en een SF-bundel. Recente titels:
Bannenfluister, hemelglas (1995), De
Zak in vogelvlucht (1995; met Jan
Bruijns), Een ster om op te sturen (1995;
met Doeke Roos en Jan de Quelery),
Redacteur van Nehalennia, Ballustrada,
Zeeuws Licht en Licht Zeeuws.
C. MAAS is journalist en schrijft poëzie.
MINOR is de vaste columnist van Ballu
strada
JOSEFIEN MUNCK (Den Haag, 1964)
schrijft korte verhalen. Is pas begonnen
met publiceren.
YVONNE NÉ (Goes, 1958) is beeldend
kunstenaar. Publiceerde de dichtbundels
Het oor de bij en Dun Land. Eind dit jaar
komt Aan de voeten van de zee uit in de
Slib-reeks.
WOUTER NOORDEWIER vertaalt uit
het Spaans en correspondeert met meer
dan 300 Nederlandse auteurs.
JAAP REIDING vertaalde Idylle, een
keuze uit de Moabiter Sonette van
Haushofer.
ANDRE VAN DER VEEKE (Rotterdam,
1947) is dichter en bij gelegenheid pro
zaïst. Hij is redacteur van Ballustrada,
Zeeuws Licht, Licht Zeeuws en de Sli
breeks. In 1992 verscheen in deze reeks
ook zijn eigen bundel Het sacrament
van de sneeuw.
LOU VLEUGELHOF (L.P. de Jonge;
Ovezande, 1925) publiceerde o.a. de
dichtbundels Zeven manieren van
zwemmen, Mijn antieke vrienden, Beel
dentuin en Geboortestreek. Voorts
levert hij bijdragen aan literaire tijd
schriften als De Tweede Ronde. De laat
ste jaren schreef Vleugelhof ook fictie en
non-fictie gebaseerd op zijn Zeeuwse
jeugdherinneringen, o.a. in het Neha
lennia.
20 Ballustrada