De dichter Ed Leeflang en Zeeland Lou Vleugelhof
Zeeland, kraamkamer voor poëzie
Moet een dichter de streek waar hij geboren is of waar hij een tijd
lang gewoond heeft, eerst verlaten om tot het besef te komen wat
ze voor zijn dichterschap betekent? Is het net als bij een geliefde of
een dierbaar persoon die je verloren hebt? Dringt pas na het verlies
het besef door hoe sterk de verbondenheid is geweest? Het lijkt een
wezenstrek van de mens dat hij pas in het gemis tot bewustzijn
komt van de grote waarde die verloren liefde, schoonheid en goed
heid voor hem betekend hebben. In de onmiddellijke ervaring
heeft hij een blinde vlek voor de wezenlijke waarde van het er
varene. Pas op afstand, als de vertrouwde omgeving is weggevallen,
in de reflexie komt de ervaring van het voorbije tot volle wasdom.
Zo leeft liefde van gemis, bloeit schoonheid op in verlies en voedt
geluk zich met tekort. De mooiste gedichten zijn dan ook niet
geschreven uit een actueel besef van geluk of zijn ontstaan uit een
directe intensieve schoonheidservaring. Het is alsof de onmiddel
lijkheid sprakeloos maakt en dat alleen de herinnering in staat is de
diepte en hoogte van onze gevoelens te bemiddelen door het
woord. Pas door de pijn en het verdriet om verlies en gemis komt
poëzie tot bloei; 'Uit doem en uit ellende, rijst soms het rankste
lied,' schreef Engelman in zijn 'Tuin van Eros'. Zonder de verloren
liefde zou de liefde nooit zo intens bezongen zijn, zonder afscheid
van land of landstreek zouden geboortegrond en woonstreek nooit
zo intensief zijn liefgehad.
Een dichter die pas na zijn vertrek uit een landstreek tot het be
wustzijn is gekomen hoe sterk zijn verbondenheid met dat land
was, en hoe intensief dat land op zijn hele bestaan heeft ingewerkt,
is de dichter Ed Leeflang. Twaalf jaar woonde hij in Zeeland, van
1972 tot 1984, en wel op Schouwen-Duiveland. Hij was leraar
Nederlands in Zierikzee. Ik durf te stellen dat Zeeland zijn 'Land
van de Dichter' is geworden en dat in Zeeland de bronnen liggen
van zijn dichterschap. Opmerkelijk is dat hij pas laat debuteerde;
zijn eerste bundel verscheen in 1979. Hij was toen vijftig jaar. 'Een
instrument wordt jaren niet bespeeld', schrijft hij in een van zijn
gedichten. De titel van dit rijpe debuut De hazen en andere gedichten
is een duidelijke hulde aan het Zeeuwse akkerland. Het titelgedicht
29