De kliniek Adriaan von Litzroth 'Als je hier terechtkomt, is dat omdat je de mensen haat.' Von deed meteen een gooi naar het mentorschap over de nieuwe patiënt, nu deze nog ontheemd was. Martin was 'sympathiek' om te zien, zoals Von het eufemistisch muntte. Von deed zijn best diens verlegen Antinous-pruil tot een ontspannen glimlach om te lullen. 'Ik heb uit machteloosheid de vorm van de moord gekozen', was zijn openings zet in de pauze van de ochtendsessie, toen Von met een extra beker koffie op Martin toe kwam. 'En zo ben ik hier beland. Een variant van jouw verhaal misschien?' Het maakte niet uit wat hij zei, de verbouwereerdheid had bij Martin al een glimlach te voorschijn getoverd. Vons haast, uit de angst voor concurrentie, uitte zich in woorden vloed: Hij haalde de argeloze uit zijn verdoving van rustig grazende antiloop door te waarschuwen dat Martin maar beter op zijn hoede kon zijn voor alle inmates van Slangenborgh. Zo'n brok als Martin zou rauw verslonden worden als hij niet aangaf ook een 'predator' te zijn. Hij moest die andere roofdieren maar mijden en zich schrap zetten in maatschap met Von, oudgediende eenzame akela, die Martin intussen wel opnam met wolveblik. Von kreeg een tweede kans tijdens de expressie-cursus. Hij had Martin geadviseerd op het blanke vel een gooi te doen naar zijn mogelijkheden. 'Een lekkere manier je libido te dompteren: je demonen op het doek smijten... Ze verleiden daar hun intrek te nemen.' Zo liet Von hem wennen aan zijn stemgeluid. De derde woensdag zei Von bits en hard: 'Het best kan ik naar model werken. Trek je overhemd uit, ontbloot je bovenlijf als bij de dokter en ga daar in de deurpost staan.' Tot zijn verbazing werden zijn bevelen opgevolgd. Von liet Martin zich oprekken, terwijl hij zelf op een kruk klom om het spotje bij te draaien voor de goede belichting en haastig een schetsvel uit de tekenkast langs de wand graaide. Hij kon geen zilverstift vinden en vloekte toen hij de klok boven de deurpost op vijf over zes zag staan. Ze keken allebei verschrikt op toen Helga, het paviljoenshoofd, in de deuropening verscheen, met de hand trommelend op de voor- geschoven heup en een tot verbolgen meewarigheid vertrokken 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1995 | | pagina 21