worden' en het voortbestaan van dergelijke verhalen. Zonder worte ling in 'de velden die we kennen', zoals de fantaisist Lord Dunsany de 'werkelijke' wereld graag noemde, kunnen sagen en legenden immers niet bestaan. Volksverhalen en hun motieven, de heden daagse 'urban legends' incluis, trokken vanouds heen en weer over de globe; lokale bewerking en verbastering zorgden voor talrijke varianten, zodat we nu dankbaar kunnen beschikken over een gigan tisch corpus. Ik beperk me tot een paar voorbeelden uit de sfeer van de Zeeuwse overleveringen: de meermin van Westenschouwen, het 'Keltische karakter' van het Schouwse strarijden, de put van Willibrord, Onze Lieve Vrouw met de Inktpot te Aardenburg - het is allemaal geleend van elders of verzonnen door kunstenaars en folkloristen. Maar dat maakt niet uit. Omdat we wilden of geloofden dat bepaalde ver halen aan een plek in onze omgeving waren gebonden, raakten ze daarmee ook verbonden. De notie van historische authenticiteit is voorwaarde en tevens gevolg, niet oorzaak van de lokalisering van sagen als De Vliegende Hollander. En juist dat besef van lokale gebondenheid genereert aanvullingen en nieuwe varianten op het geannexeerde sagenmotief. Nog geen eeuw na Marryats aanwijzing van Terneuzen als thuishaven van De Vliegende Hollander verhaal de Sinninge in zijn Zeeuwsch Sagenboek (1933) van een Terneuzens huis waar het spookte en waarvan de 'volksmond' zei dat er 'de hoofdman van het spookschip de Vliegende Hollander is geboren'. Een PZC-artikel van Wout Bareman, 'In de ban van kapitein Van der Decken', verschenen in augustus 1994, gewaagde zelfs van een nieuwe loot aan Van der Deckens sagenstam. Bareman: 'Op 't Zwaantje was vroeger een klein bos. Een vroegere buurtbewoner weet zich te herinneren: "Als we daar 's avonds speelden, hoorden we vaak geritsel. Dachten we dat het om de geest van kapitein Van der Decken ging en renden we vlug naar huis.'" Bareman putte voor zijn artikel trouwens met graagte uit Ballustrada's themanummer De Vliegende Hollander, dat hij in een eerder artikel misprijzend had besproken. Dat oudere stuk, gepubliceerd in de PZC van 30 decem ber 1993, droeg de vermanende titel 'Pak Terneuzen niet ook nog z'n spookschip af...' 'Ach, laat het toch!' kreet Bareman hierin geërgerd. 'Laat Terneuzen z'n verhaaltje koesteren. Historie heeft de stad al niet, pak dan ook niet nog dat spookschip met die interessante spookmeneer af... Kinderen vinden het prachtig! En de plaatselijke VVV, die heeft er iets mee.' 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1995 | | pagina 44