Terneuzen als thuishaven
moest hebben gehad, zag hij
versterkt in Noordnederlandse
sagen over het wonderlijke en
immense 'schip van Ternuten'.
Ternuten zou een verbastering
van Terneuzen zijn. Ik stel iets
anders voor: Terneuzen is een
verbastering - door Marryat -
van Ternuten.
Het meest gratuite historische
argument van Littooij was het
in verband brengen van de
naam Van der Decken met
in Terneuzen voorkomende
familienamen: 'Uit het doop
boek van Terneuzen blijkt, dat
in de zeventiende eeuw (met
name tijdens de jaren 1646-
1656) [de periode waarin
Marryat zijn verhaal situeerde,
JK] de naam Decker en Deckers
in deze stad herhaaldelijk voor
komt; o.a. was Paulus Geleijnse
Decker burgemeester van Terneuzen.' Maar ja, waar in de Neder
landen kwam en komt de naam Decker(s) of Dekker nu niet voor?
Bovendien is Van der Decken overduidelijk een 'sprekende' naam,
terug te voeren op Van der Deckens steevaste positie op het dek van
zijn fantoomschip.
W. Geldof meldt in Volksverhalen uit Zeeland en de Zuidhollandse
eilanden (1979, p. 41) over het geschrift van Littooij: 'Zo'n averechtse
bewijsvoering die in feite teruggaat op de fictie van een buitenlandse
romancier, raakt kant noch wal. Maar zij werd dankbaar overge
nomen en van die tijd af was er geen houden meer aan.'
3.
De hechting van sagen en legenden aan punten op de topografische
kaart gaat gepaard met een misverstand. Dit noodzakelijke mis
verstand is te omschrijven als de zucht naar historische tastbaarheid
en authenticiteit. Het vormt de voorwaarde voor het 'zichtbaar
43