Braun maakte ondanks zijn inertie geen stompzinnige indruk. In
tegendeel, af en toe meende Von een blik van indringendheid te
voelen, een spottende krul in de mondhoeken te ontwaren. De Voor
gek versleten Achterdocht zoals Von zichzelf wel omschreef, obser
veerde en wachtte af. Pas toen het vijandig zwijgen meegaandheid
werd ging Von tot actie over. Von protesteerde namens zijn buur
man toen Helga er bij Braun op aandrong dat deze zijn witte
dirigentemanen zou laten knippen bij Adje de kapper die elke vier
weken op woensdagmiddag zitting hield in paviljoen C.
De oude man was ondanks zijn ingezakte houding - een schuwe
poging om zich onzichtbaar te maken die averechts uitwerkte - nog
altijd groter dan Von, maar hij liet zich door buurman toch op sleep
touw nemen. Von nam hem bij de arm mee naar de kantine voor het
vieruurtje en schonk in rituele concentratie de thee voor hem in. Al
die tijd lukte het hem niet de knop te vinden om toegang te krijgen
tot dit belangwekkend geheugenbestand. Aan een belangstelling of
behoefte aan uitwisseling waagde Von al niet meer te denken. Hij
stond op het punt de moed op te geven. De mens die geen taal
hanteert was in zijn ogen een absurd wezen. Daarom hield hij zich
in conditie door altijd min of meer correcte zinnen in zichzelf te
vormen.
De meeste patiënten hadden de taal verpulverd en tot koeterwaals
geplet, of waren tot maniakaal stilzwijgen vervallen, zoals Braun
blijkbaar. 'De Medusa keert zich dan naar binnen', zei Vons mentor,
die graag zijn lievelingsfilosoof George Steiner aanhaalde als het over
verloedering van de taal en over autistische barbaren als drugs
verslaafden, walkmendragers en opstandige kinderen ging.
Toen het vroeg in november gesneeuwd had, nam Von zijn buur
man, die voor zijn raam zat te suffen in de fauteuil die Von voor
hein van zolder had gehaald, mee uit wandelen in het park.
Von genoot en probeerde zijn stem uit in alleenspraken. 'Paranoia is
tegenwoordig de meest gangbare onder de wanen.' Terwijl Braun een
vlucht spreeuwen volgde, vervolgde Von: 'Het is ongetwijfeld de
meest intelligente van alle.'
Het park bestond uit loofbomen die in het westen van Europa kon
den gedijen. Essen, beuken, eiken en lindebomen hadden dokter
Cornelius geprikkeld tot het bijdragen aan de reconstructie van een
hortus als brug naar een poëtisch verleden.
Of hij er op gewacht had, kierde een ingang tot het gesloten brein
23