is de Vliegende Hollander in dieper zin 't eeuwig symbool van den
Zoon-Mensch, door den Vader-God verdoemd wegens zijn opstan
digheid, zich met de Moeder-Natuur eeuwig verbindend tot zegen en
vloek.'
Al met al mag men wel tot een andere slotsom komen, nl. dat Nijhoff
hier slordig is omgesprongen met de feiten en zeer waarschijnlijk put
uit zijn leesherinneringen die hij adapteert aan zijn toenmalige op
vatting over de dichter, dat deze zich in dienst moet stellen van het
volk. Nijhoff zelf zal daarvan nu een voorbeeld geven met zijn
Vliegende Hollander. Dit is althans naast de informatie over zijn stof
behandeling de strekking van zijn inleiding.
Invloeden
Terug naar het literaire werk zelf tussen 1923 en globaal gesproken
1930, waarvan ik boven een opsomming gaf. Het is niet mijn be
doeling om uitvoerig alle varianten en persoonlijke invullingen van
de sage te bespreken. Dat zou een uitgebreid apart artikel opleveren,
waarvan de relevantie wellicht niet evenredig zou zijn met het vele
werk. Ik zal in grote lijnen aantonen hoe de figuur van de Vliegende
Hollander dichters in die jaren heeft geïnspireerd en hoe verschillend
ieders visie was.
Marsman
De korte 'schets' van de Vliegende Hollander, waaraan Marsman de
naam Proza-Gedicht meegeeft, is een typisch produkt uit zijn eerste
periode, zijn expressionistische en vitalistische tijd. In poëtisch proza
dat zich kenmerkt door korte beeldrijke zinnen, geladen met
pregnante substantieven en doordrenkt met talloze extreme gevoels-
adjectieven roept de dichter een verhevigd beeld op van de psyche
van de Vliegende Hollander. De concrete gegevens van het verhaal
waarvan Marsman er willekeurig - voor zover dienstig aan zijn
expressionistische opzet - enkele gebruikt, zijn eigenlijk onder
geschikt. Het gaat de dichter in de eerste plaats om een projectie van
zijn eigen existentiële problemen in de avonturen van de Vliegende
Hollander. Dood, eenzaamheid, angst, bederf, rebellie, eeuwigheid,
God, hemel, hel, alle ingrediënten van zijn jeugdwerk zijn als een
zwart romantisch mengsel in de kolkende kookpot van de orkaan
nacht waarin de schim van de Vliegende Hollander 'woest en zwart'
ronddoolt, aanwezig. De vitalistische trekken van de zeekapitein, zijn
overmoed, rebellie, koppigheid en avonturenzucht moeten Marsman
51