Hernieuwde aandacht
Het jaar 1923 is opmerkelijk door een hernieuwde aandacht voor de
Vliegende Hollander. Langer dan tien jaar duurt deze revival niet. Het
laatste gedicht dat ik vond, was 'De Vliegende Hollander' van Gerrit
Achterberg in zijn vierde bundel Osmose, uitgegeven in 1941. Ik
neem aan dat dit gedicht overigens jaren eerder is ontstaan, gezien de
grote hiaat in zijn publicaties tussen 1931 en 1939 en tevens door de
nog duidelijk aanwezige invloed van Marsman. Mijn onderzoek naar
deze hernieuwde invloed van de sage heeft niet de pretentie uit
puttend te zijn. Een nauwgezet onderzoek zou wellicht nog enkele
gedichten opleveren die mij ontgaan zijn. Ik denk dat het aandeel in
die beïnvloeding dat ik vond in werk tussen 1923 en ongeveer tien
jaar later, voldoende relevant en vooral representatief is om van een
revival in de jaren twintig te spreken. Opmerkelijk is in elk geval dat
sporen van invloed van de sage in de literatuur daarna door mij niet
gevonden zijn, al moet ik hierbij aantekenen dat ik niet de hele
literatuur tot heden op sporen van de Vliegende Hollander heb door-
gekamd. Ik durf aan te nemen dat met het gedicht van Achterberg de
Vliegende Hollander afscheid heeft genomen van de Nederlandse
literatuur. Men zou zich een minder waardig en minder belang
wekkend afscheid kunnen voorstellen.
Een overzicht van de literatuur waaruit de herleefde aandacht voor de
Vliegende Hollander spreekt, levert de volgende werken op.
- De studie van dr. G. Kalff Jr., De Sage van den Vliegenden Hollander
(1923).
- 'De Vliegende Hollander', H. Marsman, De Nieuwe Kroniek, 25
januari 1923; in het Verzameld Werk opgenomen onder het hoofd
stuk Prozagedichten, p. 183 e.v.
- 'Het Boegbeeld, de Ziel', J. Slauerhoff, Het Getij VI, 2, 1923, p. 97.
Met dit gedicht opent de tweede bundel van Slauerhoff: Archipel,
die in 1923 verscheen.
- De gedichten 'Het eeuwige Schip', 'Het Einde', 'De Vliegende
Hollander', 'De Piraat en de Vliegende Hollander op de Lethe', 'Het
Narrenschip' van Slauerhoff in de bundel Eldorado, 1926 (Verz. W.
p. 321 e.v.).
- Het gedicht 'Voor de Storm' van Jan Greshoff, in de bundel Aards
en Hemels, 1926 (Verz. W. p. 98).
- Martinus Nljhoffs uit 1930 daterende De Vliegende Hollander. Een
waterfeestspel ter viering van hetLXXI lustiwn der Leidsche Hoogeschool
(Verz. W. p. 141 e.v.).
47