Zo is het altijd geweest en zo zal het altijd zijn. Wat niet wegneemt
dat de traditionele spookschepen met hun al te ouderwetse snit geen
angst meer inboezemen; alleen nog antiquarische deernis.
Een varensgast van papier is Van der Decken geworden, een spook ten
prooi aan verzuring. Nooit praait hij nog een passerend schip om
brieven mee te geven voor mensen die al eeuwen rusten in hun graf.
Men zou hem trouwens niet horen; men heeft de walkman op de kop.
Nieuwe tijden brachten nieuwe kapiteins: al even duistere helden van
het technologische tijdperk als Jules Verne's kapitein Nemo, die op
hun beurt zijn vergeeld en omgekruld. Zelfs de twintigste-eeuwse
stomer Titanic, vaak gezien op de verjaardag van zijn ondergang,
wordt nooit meer gesignaleerd.
We zien nu UFO's.
Aantekeningen
Het standaardwerk over De Vliegende Hollander is nog altijd G. Kalff,
De Sage van den Vliegenden Hollander (1923). De relatie met Terneuzen
is doorgelicht door P.J. Meertens in zijn artikel 'Zwerfsagen in Zee
land' (1940), opgenomen in Meertens over de Zeeuwen (1979). Wim
Geldof citeerde Meertens en vulde hem aan in zijn Volksverhalen uit
Zeeland en de Zuidhollandse eilanden (1979). Een nog jonge bewerking
van Marryats The Phantom Ship verscheen in 1979 in de reeks
'Beroemde Avonturen': Het Spookschip De Vliegende Hollander. De hier
afgedrukte bijdrage is een bewerking van beknopte stukken die ik
publiceerde in o.a. Dwaallichten in de Delta (1988) en het tijdschrift
De Blauwe Wimpel (1991 nr. 12).
15