van der Decken zweven tussen deze wereld en de wereld der geesten; maar zijn zoon Philip weet hem uiteindelijk te verlossen met behulp van een stukje van het H. Kruis. Aan die verlossing gaan vele vruchteloze ontmoetingen met het spookschip vooraf, veel schip breuken, zee- en landgevechten, verraad en vriendschap. En er is liefde uiteraard. Liefde tussen Philip en Amina, de half-Arabische dochter van dokter Poots in Terneuzen. Zij beheerst de zwarte kunst en wordt daarvoor uiteindelijk door de inquisitie verbrand, een werelddeel ver van haar veilige en knusse huisje in Terneuzen. Ook een perfide Portugese commandant ontmoet de lezer, strijdlustige Teratanen, storm, wanhoop, barre gouddorst en verbazende op offeringsgezindheid. Van der Deckens tegenhanger Schriften, de loods die door hem over boord werd geslagen, is een minstens zo boeiend personage als de spookkapitein zelf. Ook Schriften zweeft tussen het leven en de dood, en hij is het die Philip steeds dwarsboomt, omdat dit zijn lot is en op dat het verhaal tot fatsoenlijke lengte zou uitdijen. Aan het eind van The Phantom Ship knielen vader en zoon devoot neer, en lossen biddend en de relikwie van het H. Kruis kussend met schip en be manning op. Het valt me op dat het verhaal van Marryat aan het spookschip de doodsteek geeft, en tegelijk bron werd van een sage waarin datzelfde schip juist eeuwig moet blijven zwerven. Maar hier treffen we natuurlijk een essentieel kenmerk van de sagevorming: onnauw keurigheid en onverschilligheid voor de 'ware' toedracht van gebeur tenissen. Kritische zin is de dood van de overlevering. Waarmee ik overigens niet alle vrijheden verdedig die men zich ten opzichte van Van der Decken en zijn schip heeft veroorloofd. Zo kreeg ik het jongensboek De Vliegende Hollander door P. Visser ter inzage, dat dateert uit de jaren dertig. Visser, auteur van destijds bekende vaderlands-historische verhalen als De laatsten der ArkelsTaco de minstreel en Het beleg van Alkmaar, leverde met De Vliegende Hollander een overwegend slecht geschreven verhaal waarin aan Marryats Vliegende Hollander alleen 't personage en enkele lotgevallen van een hebzuchtige en gierige dokter herinneren. Vissers Vliegende Hollander heet niet De Amsterdammer maar De vlugge Christina, een belachelijke naam voor een zeventiende-eeuws koopvaardijschip als men 't mij vraagt. Terneuzen is Vlissingen geworden - en het schip is geen spookschip, maar een proto-Verniaans vaartuig: door het technische vernuft van zijn kapitein en ontwerper Pieter van Halen 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1993 | | pagina 13