Ook ik lees in de bibliotheek veel rugtitels met flitsen van herkenning
en instemmend gebrom of hoofdgeknik. Ja, zo was het, dat las
Napoleon graag, over die en die keizerlijke lectuur heb ik daar of daar
gelezen. Het bibliografisch voyeurisme is een welbekend verschijnsel;
rustig na te gaan wat een ander in de kast heeft geeft een gevoel alsof
je het schedeldak van de persoon in kwestie hebt gelicht, om eens
ongehinderd sectie te plegen op diens ziel. In de bibliotheek van het
Palazzina Napoleonica zijn wij niet de enigen die zich aan deze aan
gename perversie overgeven. Er is nog één andere bezoekster in het
vertrek, een Engelse vrouw in felgekleurde excursie-outfit die ook, bij
ziend en prevelend, titels afgraast. Tussen twee boekenkasten staat
een grote met goudverf overdekte lezenaar opgesteld, een van grove
rococo-krullen en slingerend bladmotief voorziene driepoot be
kroond met een zijwaarts blikkende, imperiale adelaar die het steile
blad ophoudt waartegen men een tekst kan laten leunen. Nauwkeurig
bestudeert de vrouw ook deze - lege - lezenaar, vervolgens haar reis
gids, dan weer de lezenaar. Er is daar niets te lezen, mevrouw. Of wel?
Is het blad van dit voor Napoleon Bonaparte in ieder geval te hoge
meubelstuk soms zelf van een tekst voorzien? Een inscriptie ter
Herinnering? Later, weer thuis, zal ik even twijfelen, maar snel
besluiten dat het niet zo is. Sterker nog; niet alleen de lezenaar is
zonder tekst, ook de Engelse reisgids wijdt natuurlijk geen letter aan
dit monstrum, dat vermoedelijk lang na Napoleons dood uit de
woning van een Elbaanse notabel is gesleept om de al te bescheiden
bibliotheek te stofferen.
Auteurs die ik me herinner: Rousseau, La Fontaine, Macpherson. Al
bestaat er een kans dat ik de Ossian-fabulant Macpherson later in de
herinnering aan mijn bezoek aan de villa dei Mulini projecteer, om
dat ik op de hoogte ben van Napoleons voorliefde voor deze litera
tuur. Volbrenger van het noodlot was Napoleon, maar tegelijk net
zo'n speelbal ervan als de ontelbaren die hij de dood inzond. Hij hield
zich bezig met de lotsbestemming van een werelddeel, maar ook met
de huishoudportemonnee van zijn naaste verwanten. De slachter van
miljoenen wilde ook de meest alledaagse levensfeiten regisseren. De
bibliotheek in de villa dei Mulini werd door hemzelf broksgewijs
samengesteld, deels zelfs in de heksenketel van zijn reis naar Elba,
tijdens welke hij eerst werd toegejuicht, maar bezuiden Lyon werd
beschimpt en bedreigd; zodat Napoleon, onlangs wereldheerser, zich
genoodzaakt zag in de livrei van een postiljon verder te reizen - nog
wél aan het hoofd van de stoet, maar de aftocht leidend van zijn
8