radio's, geen kindergeschrei, geen gepraat, niets. De natuur begon zich op de dringen: wolken, regen, de zee, de branding. Plotseling spoelde vlak voor m'n voeten een fles aan. Hij was leeg, maar de kurk was verzegeld en er zat een brief in. Snel las ik de tekst. Het was een brief, een wanhoopskreet van een vrouw uit Termunterzijl. Snel las ik de tekst: Daar zit ik in Termunterzijl Ik schrijf dit vers in allerijl. Ik kan er niet meer tegenop: Het leven is een grote strop. Wat mij betreft: ik kap ermee. En werp me eigen in de zee. Een huisvrouw. 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1993 | | pagina 30